Kernenergie: het debacle is begonnen

Illustré par :

Dit was in 1958. De 6 oprichtende staten van de Europese Gemeenschap hebben het Euratom-Verdrag ondertekend, waarbij zij zich ertoe verbonden « de voorwaarden te scheppen voor de ontwikkeling van een krachtige industrie op het gebied van de kernenergie, die een bron is van ruime energievoorraden en van moderne technieken, alsmede van vele andere toepassingen welke tot het welzijn van hun volkeren bijdragen » (preambule van het Verdrag).

Deze euforische visie op nuclearisering werd vertaald in ambitieuze programma’s voor kerncentrales met Frankrijk en België als gewetensvolle koplopers. In de jaren zeventig ontstonden de eerste wolken en buien van kritiek op de voordelen van een energie die werd voorgesteld als schoon, veilig, onuitputtelijk en goedkoop. In 1979 deed het ongeluk op Three Miles Island in de Verenigde Staten de zekerheden van nucleaire wetenschappers en regeringen ernstig wankelen. Maar het was de ramp van Tsjernobyl in 1986 die het beeld van onfeilbaarheid, dat in stand werd gehouden door een strak gecontroleerd beleid van geheimhouding en wijdverbreide desinformatie, aan diggelen sloeg.

Ondanks zorgvuldig uitgewerkte retoriek waarin verouderde Sovjettechnologie in diskrediet werd gebracht en de veiligheid en moderniteit van westerse installaties werden aangeprezen, voelde de nucleaire industrie de klappen van de zweep, vooral omdat de vermeende economische voordelen steeds meer als grotendeels onecht werden beschouwd. Belangrijke kwesties als afvalbeheer en de ontmanteling van ontmantelde faciliteiten boden nog steeds geen betrouwbare antwoorden.

De periode na Tsjernobyl heeft veel landen die voor kernenergie hadden gekozen sceptisch gemaakt: er is weinig of niet geïnvesteerd. In Europa, waar het Euratom-Verdrag met zijn vele directe en indirecte steunmechanismen voor de nucleaire sector ongewijzigd is gebleven, zijn de enige investeringen van betekenis geweest in de modernisering van de produktie-eenheden in de Oosteuropese landen. De enige uitzonderingen zijn Frankrijk, dat de EPR heeft gelanceerd, en minder duidelijk het VK.

De fatale klap kwam op 11 maart 2011, met de ramp in Fukushima. De mythe van een onfeilbaar nucleair productiesysteem is definitief ontkracht. Het catastrofale ongeval in een technologisch geavanceerd land is een realiteit geworden en een plausibele hypothese voor Europa. Verscheidene Europese staten hebben expliciet of impliciet besloten een geleidelijke afschaffing van kernenergie te bevestigen of te plannen en zich aldus aan te sluiten bij de 14 lidstaten die nooit voor kernenergie hebben gekozen, wat volledig in strijd is met het Euratom-Verdrag; het besluit van de Duitse regering, dat zeer snel na 11 maart 2011 is genomen, is het meest spectaculair. Sinds maart 2011 heeft een opeenvolging van ernstige gebeurtenissen en zeer belangrijke ontwikkelingen de neergang van een door twijfel overmande sector versneld.

I. De ramp in Fukushima is nog niet voorbij. De kernsmelting van drie reactoren in Fukushima en het verlies van koeling in verscheidene opslagbassins voor verbruikte splijtstof hebben gezondheids- en milieugevolgen gehad die ook nu nog merkbaar zijn:

- radioactieve lozingen in de Stille Oceaan en het grondwater het mariene milieu en de watervoorraden ernstig verontreinigen;

- de opberging van verbruikte splijtstof van reactor 4 is nog steeds aan de gang;

- Meer dan 30.000 arbeiders werden ingezet om de ramp te beheren, met gevaar voor hun gezondheid;

- Honderdduizenden mensen leven in een omgeving die vervuild is door radioactiviteit.

II. Volgens het IRSN (Institut de Radioprotection et de Sûreté Nucléaire) zouden de kosten van een groot nucleair ongeval in Frankrijk tussen 430 en 760 miljard euro kunnen bedragen(1)!

III. Op 5 februari 2014 brak op een diepte van 650 m brand uit op ‘s werelds eerste in bedrijf zijnde diepe opslagplaats voor kernafval bij Carlsbad, New Mexico. Op 14 februari worden in de galerijen van de site lozingen van plutonium en americium uit afvalcontainers ontdekt.

IV. Tot op heden zijn nog nergens ter wereld ontmantelde reactoren ontmanteld. De aan de gang zijnde ontmanteling van de oude Brennilis-elektriciteitscentrale in Bretagne, die in 1985 is stilgelegd, heeft reeds twintig keer meer gekost dan verwacht. De ramingen van de ontmantelingskosten die door deskundigen worden voorgesteld, lopen uiteen van tientallen tot honderden miljarden euro’s(2)!

Maar de meest beslissende gebeurtenis voor de toekomst(?) van kernenergie is ongetwijfeld de beslissing die Electrabel in maart 2014 heeft genomen om de geplande sluiting van haar reactoren Doel 3 en Tihange te vervroegen, na tests die op de reactorvaten zijn uitgevoerd. Er zij aan herinnerd dat in de zomer van 2012 defecten (microscheurtjes) in deze tanks werden aangetroffen. De proeven, die werden opgelegd door het FANC (Federale Nucleaire Controleautoriteit), hebben onverwachte resultaten opgeleverd: de mechanische eigenschappen van de materialen worden meer beïnvloed door de bestraling dan de deskundigen hadden verwacht.

Er zijn nieuwe tests gepland om deze resultaten te interpreteren en te evalueren, maar de betrokken reactoren zijn al voor onbepaalde tijd stilgelegd…

De impact van een dergelijke gebeurtenis, niet alleen voor de Belgische kernvloot maar voor alle verouderende reactoren die in Europa in bedrijf zijn, wordt gemeten. Nu het plan om de levensduur van alle kernreactoren te verlengen duidelijk wordt verkondigd, met name door onze Franse buren, zouden de problemen van Doel 3 en Tihange 2 hun ambities ernstig kunnen dwarsbomen. Dit geldt des te meer als men bedenkt dat de genoemde tests volgens de AFCN nog nooit elders in de wereld zijn uitgevoerd!(3)

In plaats van te jammeren over het vermeende overhaaste besluit om kernenergie geleidelijk af te schaffen, zoals sommige politici met heimwee naar de jaren vijftig doen, zou het verstandiger zijn om voor eens en voor altijd de feiten onder ogen te zien, die weliswaar wreed maar onontkoombaar zijn: de keuze voor kernenergie is een keuze uit het verleden, gebaseerd op een illusie die door haar financiële gevolgen zwaar zal drukken op onze toekomst.

Uitstel, ontkenning en verkeerde informatie kunnen de situatie alleen maar erger maken.

Paul Lannoye

Notes et références
  1. Pour plus d’informations ; consulter le site IRSN www.irsn.fr.
  2. Lire à ce sujet l’ouvrage récent de Claude-Marie Vadrot: « La centrale indémontable », Max Milo, 2012.
  3. FANC/ASCN : communiqué de presse du 26 mars 2014.

Espace membre

Leden