11 september tussen mythe en groot verhaal

Illustré par :

ancipenser nesentventre angsoc (1)

Wanneer we aan 11 september denken, moeten we eerst denken aan Allende en het martelaarschap van het Chileense volk (1973). Vervolgens moeten wij eer betonen aan de slachtoffers van 9/11 (2001) en in het bijzonder aan de vastberadenheid waarmee vele burgers van de VS zich sindsdien hebben verzet tegen de terreur die over hun leven en de wereld is gekomen. De feitelijke kwesties kunnen opnieuw aan de orde worden gesteld; zij komen ruimschoots aan bod in andere bijdragen in dit speciale nummer. Tenslotte kan ik als filosoof in de verleiding komen tot een semiotische analyse van de gebeurtenis zelf. Getracht zal worden aan te tonen wat 9/11 verbindt met bekende narratieve figuren — mythe, historische religie en het grote nationalistische verhaal — en wat het scheidt van deze klassieke sociaal-politieke kaders. 

Elke gemeenschap, en a fortiori elke maatschappij, heeft een stichtingsverhaal nodig om haar samenhang (haar homeostase) te verzekeren en het individuele bestaan van haar leden mogelijk te maken, of zelfs om hun persoonlijke emancipatie te bevorderen. Dit verhaal zal als cultureel worden beschouwd als het zowel solidariteit als individuatie mogelijk maakt, d.w.z. als het een mysterieuze alchemie bedrijft tussen twee mogelijkerwijs tegengestelde maar nooit tegenstrijdige vereisten. Wanneer zij door elk lid van de gemeenschap worden geïntegreerd, evolueren allen in harmonie, worden het individuele bestaan en de collectieve dynamiek met elkaar en met de natuur in harmonie gebracht; bovendien hebben beide dan betekenis (significantie) en richting (doel).

De hedendaagse vulgaat spreekt graag over de « onzichtbare hand » van Adam Smith; het is inderdaad naar een dergelijk fenomeen dat de cultuur verwijst (daarom noemt Chomsky Smith soms een libertair-socialist). 

De hier voorgestelde lezing is in wezen Orwelliaans. Bij gebrek aan tijd zal zij de verworvenheden van het werk van Victor Klemperer, Eric Hazan, Hannah Arendt of Naomi Klein niet exploiteren. Er zij aan herinnerd dat de strategie van Shock (2007) de correlatie aantoont tussen de invoering van een « marktdemocratie », economische oorlogsvoering (tegen de staat, het maatschappelijk middenveld en de individuen zelf), staatsterrorisme (ontvoeringen, folteringen, moordaanslagen) en bepaalde psychiatrische praktijken. 

de mythe

De mensheid stichtte de wereld eerst door middel van mythe. Sinds het ontstaan van het « wilde denken » heeft het zijn wereld begrijpelijk en bewoonbaar gemaakt met behulp van een mythologisch cultureel verhaal. Mythe is uchronisch: de mythologische cultuur is gebaseerd op een verslag van wat « op het tijdstip » (« in illo tempore ») van de schepping gebeurde. Met andere woorden, de stichtingsgebeurtenissen zijn niet rechtstreeks toegankelijk; zij kunnen alleen worden gereactualiseerd door middel van een passend ritueel dat steunt op het collectieve geheugen (en dat in stand houdt). 

Het is duidelijk dat de mythologische grondslag van de wereld zeer doeltreffend is en dat zij zowel de versterking van de solidariteit als de eerbiediging van de individualiteit mogelijk maakt. Wanneer hij de klokkenmaatschappij (traditioneel) tegenover de stoommaatschappij (industrieel) plaatst, benadrukt Claude Lévi-Strauss het fundamenteel democratische karakter van de klokkenmaatschappij, die ritueel naar unanimiteit streeft voordat een beslissing wordt genomen(2).

historische religie

Het ontstaan van historische religies beantwoordt aan dezelfde stichtingsbehoefte. Het religieuze verhaal dat geworteld is in de Abrahamitische traditie is echter niet uchronisch maar chronotopisch : het kan (moet) worden gelokaliseerd in ruimte en tijd. Abram, Jezus en Mohammed zijn (naar men beweert) historische figuren en de passende religieuze ceremonies betrekken de gelovigen bij deze heilige geschiedenis. 

Het religieuze verhaal is ook historisch in een tweede betekenis: de stichting van de wereld wordt in verband gebracht met een goddelijke gebeurtenis die een einde zal hebben (een « eschaton »). Deze eschatologie veronderstelt echter een heilsgeschiedenis en elk individu wordt in feite uitgenodigd om moreel en geestelijk vooruit te gaan. 

de grote nationalistische reCit 

Het grote nationalistische verhaal maakt deel uit van dezelfde culturele context: betekenis en richting geven aan een bepaalde menselijke groepering. Het ontstaat in een tijd waarin pre-industriële samenlevingen de behoefte voelen om hun bestaan te verankeren in een verhaal dat niet langer expliciet mythologisch of religieus is — wat noch wetenschappelijk noch politiek adequaat zou zijn. Ditmaal is het een utopie in die zin dat het nationalistische verhaal een denkbeeldige gemeenschap en territorium creëert; het grote verhaal vormt het sociale door de geschiedenis te herschrijven om « objectieve » elementen van saamhorigheid te bepalen. Daartoe gaat hij gewillig uit van een eerste trauma (zoals de slag bij Poitiers) en vestigt hij een cultureel populisme door uit het niets « volkse » tradities uit te vinden, waarbij hij de moraal homogeniseert. 

Het nationalistische verhaal ontstond na de Dertigjarige Oorlog, die Europa van 1618 tot 1648 onder religieuze banieren teisterde. De sluiting van de Verdragen van Westfalen in 1648 bevestigde de verzwakking van de keizerlijke macht door de rechten van de staten te bevorderen en, in het bijzonder, de godsdienstvrijheid opnieuw te bevestigen. In de verdragen zijn drie grondbeginselen neergelegd die rechtsgelijkheid tussen natiestaten veronderstellen: de absolute soevereiniteit van de natiestaat en dus het recht op politieke zelfbeschikking; eerbiediging van internationale verdragen; en niet-inmenging in de binnenlandse aangelegenheden van andere staten. De hoop op een eeuwigdurende vrede komt dan op bij de meest gedurfde denkers. De Verdragen van Westfalen hebben weliswaar de relatieve stabilisatie van Europa mogelijk gemaakt, maar anderzijds ook de deur geopend voor het imperialisme: aangezien de uitoefening van de soevereiniteit afhing van de constitutie van een grondgebied in de vorm van een natiestaat, werden de regio’s die deze juridisch-politieke vorm niet bezaten, beschouwd als zonder meester… 

terreur

Historisch gezien heeft de mensheid dus gebruik gemaakt van drie hoofdvormen van sociaal-communautaire constructie : de mythe, die, door zowel de solidariteit van de groep als de individualiteit van haar leden te respecteren, cultureel zeer doeltreffend blijkt te zijn; de historische religie, die de groep verzegelt maar de individuen bepaalt; en het nationalistische verhaal, dat op dezelfde manier werkt door het politieke kader te desacraliseren. 

Het grote dystopische verhaal (het is een omgekeerde utopie, een utopie van het ergste) die volgt op 9/11 kan zeker worden gelezen in het verlengde van deze narratieve modaliteiten: allereerst valt de (hyper)nationalistische dimensie van de VS op, zowel intern als wat betreft het neokolonialisme dat erop volgt (let op het uitwissen van de geest van de Verdragen van Westfalen); vervolgens komt de duidelijke sacralisering van een bepaalde chronotoop (New York, 11 september 2001); en ten slotte de mythologische dimensie, in de pejoratieve betekenis van het woord, die de officiële verhalen over en rond 9/11 al snel kregen. Spoedig zal de hele planeet onder haar heerschappij zijn, ieder z’n eigen terreur opeisend. 

Maar zo’n doorlopende lezing zou het revolutionaire (of beter gezegd anti-oproer) aspect van het Terror-verhaal missen. De hoofdzaak ligt elders: de toepasbaarheid en de samenhang van het verhaal moeten in twijfel worden getrokken. Enerzijds heeft elke narratieve modus een specifieke toepasbaarheid die bepaald wordt door sociaal-historische contingenties en door een impliciet doel: radicaal cultureel voor de mythe van de « eerste » gemeenschappen en vooral solidariserend voor religie en de natiestaat. Aan de andere kant heeft elke modus een bepaalde consistentie. Dit laatste criterium blijkt het belangrijkste te zijn, en er is een historische achteruitgang in de mate van samenhang van de grote stichtingsverhalen. Het mythologische verhaal vertoont de grootste samenhang door de categorieën die met elkaar verweven zijn en de vrijheden die genomen zijn met de logische consistentie (ruwweg met het beginsel van non-contradictie). Het officiële verslag van 9/11 is gewoon totaal incoherent en tegenstrijdig en de toepasbaarheid ervan zou daarom nietig moeten zijn. Waar komt dan zijn formidabele politieke doeltreffendheid vandaan? En waarom wordt het bijna nooit in twijfel getrokken? 

Om dit te begrijpen, moet het doel van het post‑9/11 terreurverhaal worden uitgelegd. Het gaat er niet meer alleen om de neurose van de « oorlog van allen tegen allen » te bevorderen; het is de psychose van de « oorlog van zelf tegen zelf » die wordt opgelegd. Orwell heeft Hobbes gunstig vervangen. De term « marktdemocratie » wijst op de twee wortels van de ramp, zoals die al vroeg door Tocqueville en uiteindelijk door Orwell zelf werden geïdentificeerd. 

Tocqueville publiceerde On Democracy in America in 1835; hij was zich terdege bewust van de context van de Amerikaans-Amerikaanse revolutie (1786), de Franse revolutie (1789), de Terreur (1793), de omstandigheden van de komst van Napoleon Bonaparte (1799) en dus van de broosheid van het democratische ideaal. Als men zijn apologie voor het Ancien Régime en het Westers imperialisme over het hoofd ziet, kan men niet anders dan de waarde erkennen van zijn kritiek op de gevaren van de representatieve democratie. Het menselijk leven is slechts de moeite waard in een culturele context die die naam waardig is; zonder deze blijven solidariteit en individuatie dode letters. Maar in een maatschappij waar het particulier belang voorrang heeft op het algemeen belang, wordt solidariteit vervangen door het ontbreken van banden (atomisme) en individualisering door economische standaardisering (materialisme) en intellectuele standaardisering (de mening van de meerderheid prevaleert) — met andere woorden conformisme. Het gevaar achter de (economische) oorlog van allen tegen allen is niets anders dan dienstbaarheid, « zacht despotisme ». 

Dit is immers de conclusie die Thomas Hobbes reeds in 1651 trok na de Engelse burgeroorlog van 1642–1651. Het werd geïdealiseerd door Adam Smith(The Wealth of Nations, 1776), en vervolgens in een stalinistische context opgefrist door Hayek(The Road to Serfdom, 1944). Zoals Leo Löwenthal opmerkte in een analyse van het nazi-genocidale beleid(3)De premissen zijn precies dezelfde: de destructurering van het gemeenschapsleven door de « democratie » komt punt voor punt overeen met die welke de « goddelijke markt » eist. Vandaar de conclusie die hij aan het begin aankondigt: de fascistische terreur is diep geworteld in de westerse techno-wetenschappelijke mentaliteit, en meer in het bijzonder in Hayeks « markt van de zuivere en volmaakte mededinging ». Voor Löwenthal, zoals voor Orwell enkele jaren later, wordt denken een domme misdaad (cf. ‘crimethink’ vs. ‘crimestop’) en moeten de klonen hun toevlucht nemen tot een beschermende stupor, in een morele coma (cf. ‘beschermende domheid’)(4).

weten zonder te weten 

De vraag rijst dan: hoe precies brengt de Terror de klonen in een stupor? Orwells antwoord is bekend: de praktijk van het dubbeldenken drijft elke kloon in de klauwen van de psychose en stelt de Partij in staat de werkelijkheid te controleren, niet meer en niet minder. Hij moet weten en niet weten, zich bewust zijn van de absolute waarheid van zijn politiek correcte woorden terwijl hij ze uitwerkt met ingewikkelde leugens; hij moet kunnen vergeten wat vergeten moet worden terwijl hij in staat moet zijn het zich te herinneren indien nodig… We verlaten het rijk van simpele cognitieve dissonantie en betreden het rijk van psychose. In vergelijking daarmee is de vervanging van het culturele verhaal van de harmonisatie van solidariteit en individuatie door het verhaal van de kloonoorlog een soort neurotische grap. Het is geen toeval dat Orwell spreekt over « gecontroleerde krankzinnigheid » en de noodzaak van marteling als middel om politieke macht uit te oefenen. 

9/11 biedt ons echter twee complementaire voorbeelden van een psychotisch bevel. Ten eerste de absurde interpretatie van wat zichtbaar is: sinds de jaren vijftig kent de overgrote meerderheid van de westerlingen de visuele signatuur van gecontroleerde demolitie, die systematisch wordt toegepast in landen met een grote geprogrammeerde veroudering; van hen wordt verlangd (maar niet geëist) dat zij deze empirische kennis negeren (maar kunnen dat niet echt). Ten tweede, de gedwongen hallucinatie van wat onzichtbaar is: terwijl in de openbaar gemaakte video niets te onderscheiden valt, wordt (en wordt) de burger gevraagd de ontzette gezichten van de passagiers van een zinkende Boeing te zien. 

Alles is gezegd, maar toch is het nuttig zich te baseren op bepaalde verworvenheden van de sociale psychologie om een stereoscopische visie van de Terreur te verkrijgen. Deze discipline blinkt uit in de experimentele studie van twee hoofdgebieden die zij zorgvuldig onderscheidt: conformisme en gehoorzaamheid aan gezag. 

Een volgzaam individu geeft (vaak onbewust) toe aan de druk van gelijken (die niet expliciet wordt gemaakt). Waarom? Er kunnen twee gevallen worden onderscheiden: normatieve invloed (het cultiveren van een groepsgevoel: zie de experimenten van Asch uit 1951) en informatiekloof (het compenseren van een gebrek aan kennis: zie de experimenten van Sherif uit 1935). Het blijft frappant hoe gemakkelijk een individu kan negeren wat zijn of haar zintuigen hem of haar vertellen en de vrije wil kan opgeven om de consensus van de groep niet te verbreken — een consensus die door Asch juist in het leven is geroepen om dergelijke absurditeiten aan de kaak te stellen. 

Het gehoorzame individu aanvaardt (bewust) het gezag van een meerdere die zich eenduidig uitdrukt door een gebod. Waarom? Uit samenwerking (bij afwezigheid van dwang: zie de experimenten van Milgram in 1963) of uit angst (wanneer er een dreiging van straf is: zie de experimenten van Zimbardo in 1971). Deze experimenten tonen aan dat een doorsnee mens, een goede huisvader, (zeer) gemakkelijk tot moord kan worden gedreven door een superieur met « wetenschappelijk » gezag. 

Orwells « geplande waanzin » is van een andere orde: zij is het product van een vraag die wel en die niet expliciet is. Het gaat er niet meer alleen om het gevoel te behouden erbij te horen of straf te ontlopen: het subject is gevangen in het web van de macht en alleen waanzin stelt hem in staat te negeren (terwijl hij zich er volkomen van bewust is) dat hij waarschijnlijk levend zal worden verteerd door een « priester van de macht », die hem slechts zal uitbraken alvorens hem te executeren. 

effeCtieve absurditeit

Kortom, wat de experimentele psychologie ons vertelt over conformiteit stelt ons in staat de premissen van de Terreur te begrijpen, niet het psychotiserende mechanisme ervan. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen zuivere en eenvoudige aanvaarding (« compliance »: het aanvaarden van de mening van de groep zonder zijn persoonlijk oordeel te wijzigen), internalisering (het subject is ervan overtuigd dat de groep gelijk heeft) en identificatie (de afwezigheid van bijbedoelingen). Asch’s experimenten zijn bijzonder verhelderend om twee redenen. Enerzijds is er groepsdruk, anderzijds is aangetoond dat dit streven naar conformiteit varieert naar gelang van de politieke context (McCarthyisme was wijdverbreid in 1950–1956). Onder groepsdruk zal een individu waarschijnlijk weigeren zijn of haar waarnemingen te valideren en zijn gezond verstand opgeven, laat staan een kritisch oordeel. 

Maar het 9/11 verhaal werkt alleen door de synergie die tot stand wordt gebracht tussen het wanhopige verlangen om zich te conformeren en de onvoorwaardelijke aanvaarding — op straffe van ostracisme maar ook van « verdamping » naar Guantanamo of elders — van uitdrukkelijke bevelen van superieuren. Wat is de situatie van de gemiddelde burger die naar video’s kijkt die niet laten zien wat het « geautoriseerde » commentaar zegt dat ze laten zien? Hij weet — het is niet eens een vermoeden — dat het een leugen is en dat de autoriteit niet tegen hem kan liegen. De doeltreffendheid van het Terreurverhaal bestaat erin de burger in een dergelijke psychotische verhouding tot de « werkelijkheid » te dwingen. De oligarchie heeft dan de vrije hand om het onzinbeleid op te stapelen. Zij zal een eindeloze oorlog « tegen terreur » afkondigen die af en toe « humanitair » kan worden, zij zal zich alleen in oxymorons uitdrukken, zichzelf de Nobelprijs voor de Vrede toekennen, in Hollywood excuses voor foltering sponsoren, enz. Hoe flagranter de absurditeit, hoe doeltreffender, d.w.z. verlammend, zij zal zijn. De ultieme aard van de machtsuitoefening wordt eindelijk tastbaar voor wie de visie van de kannibalenvader kan verdragen. 

Michel Weber

Filosoof, auteur van De quelle révolution avons-nous besoin, Éditions Sang de la Terre, Parijs, 2013 

Notes et références
  1. Oldthinkers unbellyfeel Ingsoc. (Nineteen Eighty-Four [1949], Penguin, 2003, p. 348) « Ancipenseur nesentventre Angsoc. La traduction la plus courte que l’on puisse donner de cette phrase en ancilangue est: “Ceux dont les idées furent formées avant la Révolution ne peuvent avoir une compréhension pleinement sentie des principes du Socialisme anglais.”» (1984, Traduit de l’anglais par Amélie Audiberti, Paris, Gallimard, 1950, p. 428)
  2. Georges Charbonnier, Entretiens avec C. Lévi-Strauss, Paris, Julliard et Plon, 1961, pp. 35–48.
  3. Leo Löwenthal, «Terror’s Atomization of Man», Commentary 1, 1945/1946, pp. 1–8.
  4. « Dans son essence, le système terroriste contemporain revient à l’atomisation de l’individu. […] L’individu terrorisé n’est jamais seul et toujours seul. Il devient insensible et rigide pour ses pairs mais également pour lui-même; la peur l’empêche
de réagir spontanément, que ce soit émotionnellement ou intellectuellement. Penser devient un crime stupide mettant
en danger sa propre vie. En conséquence, la stupidité se répand inévitablement comme une maladie contagieuse.
 Les êtres humains vivent dans un état stuporeux que l’on
peut qualifier de coma moral. » (Löwenthal, op. cit., p. 2)

Espace membre

Leden