TECHNOLOGISCHE REVOLUTIES: WAT ALS MISLUKKING DE NORM WAS?

Illustré par :

Zij die de geschiedenis negeren zijn gedoemd de fouten van het verleden te herhalen. Dit adagium, dat zo vaak wordt herhaald maar even zo vaak wordt genegeerd, is zo relevant dat het besluitvormers van allerlei pluimage tot meer bescheidenheid en voorzichtigheid zou moeten aanzetten, zelfs wanneer zij gezamenlijk de voordelen van technologische innovatie vieren.

Ik nodig de lezers van Kairos uit na te denken over twee belangrijke technologische vernieuwingen die de twintigste eeuw hebben gekenmerkt: de ontdekking van synthetische bestrijdingsmiddelen en het massale gebruik ervan als onderdeel van de beroemde groene revolutie van de jaren vijftig en zestig, en de productie van elektriciteit dankzij de beheersing van kernenergie in de jaren vijftig. Deze twee grote technologische innovaties werden oorspronkelijk voorgesteld als een onbetwistbare vooruitgang voor de mensheid, die alle in staat was om grote maatschappelijke problemen op te lossen.

De Groene Revolutie, met name dankzij de gewasbeschermingsmiddelen (de officiële en bijzonder voordelige benaming voor synthetische bestrijdingsmiddelen), had de ambitie het hongerprobleem in de wereld definitief op te lossen. Civiele (niet te verwarren met militaire) kernenergie moest in alle energiebehoeften in de wereld voorzien tegen zeer lage kosten. Geen van deze twee prachtige innovaties heeft de aangekondigde belofte waargemaakt, ook al hebben zij in het begin de illusie van relevantie gewekt.

PESTICIDEN EN HONGER IN DE WERELD

De Groene Revolutie, onder leiding van de landbouwkundige Norman Borlaug, die in 1959 de Nobelprijs kreeg voor deze opmerkelijke prestatie, was gebaseerd op het systematische gebruik van kunstmest (N, P, K), geselecteerd zaaigoed en bestrijdingsmiddelen. Het heeft de opbrengst van de landbouwproductie aanzienlijk verhoogd. Maar dit is alleen mogelijk geweest ten koste van zware investeringen, die vaak buiten het bereik liggen van de boeren in landen met een ontoereikende voedselproduktie.

In de loop van de decennia zijn we logischerwijze getuige geweest van een onteigening van de landbouwgronden die van oudsher door kleine boeren werden geëxploiteerd ten voordele van een bevoorrechte klasse van boeren en vooral door de agro-voedingsmultinationals. Contante teelten hebben de plaats ingenomen van voedselgewassen; boeren zijn onderbetaalde landarbeiders geworden of hebben het platteland verlaten voor de sloppenwijken.

In de loop van de decennia is uit rapporten van de FAO, het voedsel- en landbouwagentschap van de VN, gebleken dat het aantal ondervoede mensen in de wereld niet afneemt.

In 1996 hebben de vertegenwoordigers van de Verenigde Naties zich er op de Wereldvoedseltop in Rome toe verbonden het aantal ondervoede mensen tegen 2015 te halveren. Dit doel is duidelijk niet bereikt. De millenniumdoelstelling (unaniem aangenomen in 2000) om dit doel tegen 2020 te bereiken, zal niet worden gehaald.

De opeenvolgende verslagen die Jean Ziegler, Olivier De Schutter en mevrouw Hilal Elver als speciale VN-rapporteurs over het recht op voedsel hebben gepubliceerd, wijzen op de ontoereikendheid en onrechtvaardigheid van het huidige beleid om het hardnekkige probleem aan te pakken dat honderden miljoenen mensen in de wereld van vandaag ondervoed zijn.

De groene revolutie en haar hoogwaardige technologieën zijn duidelijk in gebreke gebleven. Als de industriële landbouw in stand is gehouden, dan is dat ten koste gegaan van de permanente en massale financiële steun van de grote mogendheden en ten koste van de boeren, die onderworpen zijn aan de bevelen van de wereldmarkt en gevangen zitten in een groeiende schuldenlast. Maar wat erger is, is dat deze zogenaamde groene revolutie heeft geleid tot massale bodemerosie over de hele wereld, tot een wijdverbreide vervuiling van ecosystemen met synthetische bestrijdingsmiddelen die gevaarlijk zijn voor het leven, vooral voor de mens, en, paradoxaal genoeg, tot de ontzetting van boeren uit hun rol als voedselleveranciers. Het verslag van Hilal Elver herinnert ons er ook aan dat pesticiden elk jaar 200.000 mensen doden door vergiftiging. Het oordeel is duidelijk: de landbouwpraktijken moeten worden omgeschakeld op agro-ecologie, wat betekent dat moet worden afgezien van bestrijdingsmiddelen. De visie van Norman Borlaug, de vader van de groene revolutie, werd als briljant gepresenteerd, maar botste met de ecologische en sociale beperkingen van de echte wereld.

KERNENERGIE OF DE ONDRAAGLIJKE LAST DIE OP TOEKOMSTIGE GENERATIES RUST

In 1957 werd bij het Euratom-Verdrag, dat door de zes oprichtende landen van de Europese Gemeenschap werd ondertekend en nog steeds van kracht is, een Europese Gemeenschap voor Atoomenergie opgericht. Daarin wordt gepreciseerd dat deze Gemeenschap tot taak heeft, door het scheppen van de voorwaarden noodzakelijk voor de oprichting en de snelle ontwikkeling van de industrie op het gebied van de kernenergie, bij te dragen tot de verhoging van de levensstandaard in de Lid-Staten en tot de ontwikkeling van de handel met andere landen.

De Europese Gemeenschap wilde niet achterblijven bij de twee grootmachten, de Verenigde Staten en de USSR, die bezig waren met een ambitieus programma voor de ontwikkeling van een civiele nucleaire industrie die zou profiteren van de technologische verworvenheden van het programma voor de produktie van atoomwapens.

De IAEA (Internationale Organisatie voor Atoomenergie) was enkele jaren eerder door de VN opgericht om de ontwikkeling van een civiele nucleaire industrie te bevorderen, waarbij in beginsel werd gewaarborgd dat civiel en militair gebruik van kernenergie gescheiden zouden worden gehouden.

Het modieuze adagium in die tijd was euforisch: « kernenergie is te goedkoop om te meten ».

Tien jaar later, in 1968, werd het Non-proliferatieverdrag (NPV) opgesteld om de ontwikkeling van civiele nucleaire programma’s over de hele wereld te stimuleren, terwijl het vermogen om kernwapens te gebruiken werd voorbehouden aan de vijf historische kernwapenstaten.

De opkomst van een steeds meer wetenschappelijk onderbouwde betwisting van de geschiktheid van kernenergie heeft het optimisme van economen en deskundigen in internationale instellingen niet getemperd. In 1974 voorzag de IAEA een wereldwijde kernenergiecapaciteit van 3.500 GW tegen het jaar 2000, en in het beste geval, 5.000 GW. De OESO was in 1973 slechts iets minder optimistisch met haar marge van 2.900GW4.400GW.

De realiteit is wreed geweest voor deze huidige voorspellers. In het jaar 2000 bedroeg de operationele capaciteit voor de opwekking van kernenergie in de wereld 350 GW, een tiende van het vermogen dat in 1974 door de IAEA als het meest waarschijnlijk werd beschouwd. Het is waar dat zich in de tussentijd twee zwarte zwanen hadden voorgedaan; de eerste in 1979 bij Three Mile Island en de tweede in 1986 bij Tsjernobyl(1).

Vandaag heeft deze opwekkingscapaciteit een historisch hoogtepunt bereikt van 370 GW in 2019. In 20 jaar tijd is de gemiddelde jaarlijkse toename 1 GW geweest!(2). De derde zwarte zwaan, die in 2011 in Fukushima de kop opstak, luidde de doodsteek in voor de laatste hoop op vernieuwing van een industrie die fundamenteel onverenigbaar is met het leven en niet in staat is de veiligheid te garanderen die zij beweerde te garanderen(3).

De vastberadenheid van twee pioniersstaten in de ontwikkeling van de nucleaire industrie (Frankrijk en Rusland) om het vanzelfsprekende te ontkennen en te blijven zoeken naar afnemers voor hun reactoren, is uitsluitend gebaseerd op staatssteun en financiering die vroeg of laat onhoudbaar zal blijken te zijn.

De KWh van kernenergie is niet te goedkoop, en is dat ook nooit geweest, om nieuwe investeringen in kernenergie te rechtvaardigen. Het is nu aanzienlijk duurder dan wind- of zonne-energie KWh. Alleen de schandalige onbewustheid van kortzichtige of blinde politici maakt het mogelijk dat verouderde en bij uitstek gevaarlijke produktiefaciliteiten blijven voortbestaan.

De nucleaire industrie heeft de mensheid niets gebracht dan onomkeerbare radioactieve besmetting van uitgestrekte gebieden, miljoenen menselijke slachtoffers en de ondraaglijke last van enorme hoeveelheden afval die wij eeuwenlang zo goed mogelijk zullen moeten trachten te beheren.

De digitale revolutie van vandaag vereist dat wij hetzelfde elan delen met al diegenen die haar voor ons eigen bestwil willen opleggen. Net zomin als de groene revolutie of de nucleaire revolutie, zal het iets opleveren.

Het is om drie redenen onhoudbaar:

  • het zal bijdragen tot een enorme toename van de energievraag, hetgeen volledig in strijd is met de verklaarde doelstellingen om de klimaatverandering te beheersen;
  • het zal overvloedige zeldzame metalen mobiliseren en stuiten op onvermijdelijke fysische grenzen van beschikbaarheid;
  • het zal het probleem van elektromagnetische verontreiniging en de gevolgen daarvan voor de gezondheid en het globale evenwicht verergeren.

De pandemie van het coronavirus die de wereld lamlegt terwijl ik dit schrijf, heeft ten minste één voordeel: zij stelt ons in staat het belang van sociale banden te meten en de sluipende ontmenselijking van de wereld die wordt opgebouwd, in vraag te stellen.

Paul Lannoye, voorzitter van de Grappe

Notes et références
  1. Voir les dossiers des Kairos de septembre-octobre et novembre-décembre consacrés au nucléaire.
  2. Chiffres du World Nuclear Industry States Report de 2019.
  3. À remarquer que des six pays fondateurs du traité Euratom, seule la France reste engagée dans le processus de déploiement ou de renouvellement de son parc de réacteurs nucléaires (1 réacteur en construction à Flamanville).

Espace membre

Leden