We hadden al smartphones. Slimme meters en slimme netten worden voor ons voorbereid. Maar het eindpunt zullen de slimme steden zijn.
Slimme steden zijn in opkomst voor ons welzijn. Namen, de regionale hoofdstad, is er trots op deze keuze voor moderniteit te hebben gemaakt.
Waar gaat het over? Ik kan de sceptici of de ongelovigen, waartoe ik behoor, alleen maar aanraden het zeer officiële tijdschrift van de Waalse Overheidsdienst, Réactif (nr. 75 van de zomer 2013), te lezen. Ik ben er niet zeker van dat u zichzelf als geïnformeerd zult beschouwen, maar u zult een vrij duidelijk idee hebben van wat een propagandastuk en perfecte hersenspoeling zijn. Uitgaande van het feit dat de stedelijke bevolking de afgelopen decennia sterk is gegroeid, acht de auteur het onvermijdelijk dat deze tendens zich zal voortzetten. Hij concludeert dat steden, van Singapore tot Namen, via Amsterdam, Stockholm en Genk(1), « steeds meermet elkaar verbonden en intelligent » worden om complexere beheersproblemen aan te pakken.
Volgens de auteur bieden steden steeds meer diensten aan op basis van zogenaamde « slimme » technologieën. Wanneer deze technologieën in de stedelijke infrastructuur worden geïntegreerd, dragen zij bij tot een efficiëntere en kosteneffectievere dienstverlening. Door dit te veralgemenen wordt het volgens de auteur mogelijk het water- en elektriciteitsverbruik te optimaliseren, de energieproductie te beheren of automatische tolheffing op wegen in te voeren. Naast deze oplossingen (!) zijn ook andere essentiële technologieën beschikbaar, zoals telecommunicatienetwerken met hoge snelheid.
Ten slotte voegt de auteur hieraan toe dat « overheidsinstanties van plan zijn het concept « slimme stad » te gebruiken om hun belangrijkste infrastructuren en diensten flexibeler, interactiever en efficiënter te maken … in één woord, « intelligenter » in een in sociaal en milieuopzicht duurzame dynamiek « .
U zult begrepen hebben: het kerkelijk vertoog laat geen ruimte voor twijfel of tegenwerping, maar verklaart en rechtvaardigt niets. Het verkondigt dat wijdverspreide interconnectie het antwoord is op alle problemen van het stadsleven. Een slimme stad is een stad vol genetwerkte sensoren waar iedereen, uitgerust met zijn « slimme » telefoon, voortdurend op de hoogte is en zich dus kan gedragen volgens de eisen van duurzaamheid, zoals bedacht en geprogrammeerd door de technocratische clerus.
Interconnectie maakt het ook mogelijk, ook al wordt deze kwaliteit zorgvuldig verborgen gehouden, de menselijke kudde te controleren en te conditioneren onder het mom van comfort, veiligheid en gezondheid.
De groei van de steden, die gelukkig « intelligent » zijn geworden, verhindert niet dat ook het platteland een « intelligente » toekomst tegemoet gaat, ook al desertificeert het platteland daardoor een beetje meer. Dat hebben de deskundigen van het zeer serieuze Franse onderzoeksinstituut voor wetenschap en technologie voor milieu en landbouw (Irstea) bedacht (Le Monde, 26 februari 2014). In de nabije toekomst moeten we kunnen rekenen op « intelligente » tractoren In de nabije toekomst moeten we kunnen rekenen op « intelligente » tractoren, d.w.z. onderling verbonden machines zonder bestuurder, die op afstand worden bestuurd. Deze tractoren, uitgerust met meet‑, plaatsbepalings- en beeldvormingsinstrumenten, communiceren voortdurend met andere robots die op het veld opereren onder toezicht van een landbouwer (sorry, operator) die in de buurt is geplaatst. De landbouwer zal ook kunnen vertrouwen op drones die zijn uitgerust met een camera, infraroodsensoren en GPS om nauwkeuriger de waterbehoeften van zijn velden te kennen en door onkruid aangetaste gebieden op te sporen.
De landbouwer van de toekomst zal dus definitief worden gereduceerd tot een volgzame uitvoerder van de regels van een zogenaamd efficiënte en milieuvriendelijke « intelligente » landbouw. De kosten van dit soort praktijken worden uiteraard niet vermeld; intelligentie heeft geen prijs.
Over de mogelijkheid van een debat over de voordelen en mogelijke nadelen van een dergelijke visie op de landbouw, waarbij enkele zeldzame piloten zouden dienen als doorgeefluik voor de bevelen van machines die zijn geprogrammeerd door techno-denkers die niet in de grond zitten, wordt niet eens gesproken. Men kan alleen maar buigen voor de vooruitgang!
De totalitaire ideologie van de technowetenschap is in opmars. Zoals elke ideologie legt zij haar conceptie op en houdt zij geen rekening met de realiteit en de ervaringen van de betrokken mensen. De vraag of het redelijk en realistisch is energie en middelen te besteden aan dergelijke projecten en hallucinante toekomstvisies, is ketters.
Paul Lannoye
- Toutes ces villes ont choisi d’être « intelligentes » !