PARADOXEN EN TEGENSTRIJDIGHEDEN IN HET ONDERWIJS VAN DE FILOSOFIE

Het onderwijs in de filosofie is anachronistisch, paradoxaal en tegenstrijdig, zowel in het « hoger onderwijs » als elders — maar in het « hoger onderwijs » misschien meer dan elders. Waarom? 

Deproef van de filosofie bestaat er hoofdzakelijk in te leren denken, d.w.z. kritische oordelen te formuleren over actuele problemen, zoals de opeenstapeling van crisissen die wij doormaken (economische, financiële, energie‑, ecologische, klimatologische, demografische, geopolitieke, enz.), maar ook over fundamentele vragen zoals de zin van het menselijk bestaan. 

Dit biedt een solide basis voor het privé-leven, het beroepsleven en de actieve deelname aan het gemeenschaps- en politieke leven. Elk onderwijs dat die naam waardig is, moet onlosmakelijk verbonden zijn met deze drievoudige focus. Door te beweren dat onderwijzen er alleen op gericht is studenten toe te rusten voor hun beroepsleven, wordt het begrip pedagogie zelf van zijn inhoud ontdaan en wordt de vervanging van leraren door « intelligente » machines (nog) dreigender. Het opleiden van gebruiksklare sprekers heeft weinig te maken met het « humanistische » onderwijs dat onze samenlevingen sinds het oude Griekenland hebben geclaimd. 

Het onderwijs in de « geesteswetenschappen » in het algemeen en in de filosofie in het bijzonder is daarom, hoe cruciaal het ook moge blijven, niet minder anachronistisch : wij leven in een individualistische maatschappij die tevreden is met het genot van het heden en geen krediet verleent aan de fundamentele kwesties die de filosofie historisch heeft blootgelegd. 

De paradox is als volgt: ook al is de uitoefening van het denken een existentiële, professionele en burgerlijke noodzaak, het denken vereist een « stap opzij » die vermoeiend en zelfs deprimerend kan werken. De praktijk ervan vereist dus een inwijding. 

Ten slotte is de tegenstelling geworteld in de manier waarop de overgrote meerderheid van de institutionele actoren dergelijk onderwijs ziet: in het beste geval als een luxe die niet langer kan worden bekostigd. De filosoof heeft te maken met een twijfelachtige organiserende macht, met collega’s die soms ronduit vijandig zijn en met studenten die zich totaal niet bewust zijn van de werkelijke inzet van hun academisch leven en van hun leven als zodanig. 

Uit dit alles blijkt duidelijk dat onderwijskeuzes niet gemakkelijk zijn. Van oudsher hebben katholieke scholen zich gebaseerd op elitarisme; men mag echter niet vergeten dat de waarde van een gemeenschap moet worden afgemeten aan de aandacht die zij schenkt aan haar meest excentrieke, zo niet zwakste, elementen. Wat al onaanvaardbaar is in de burgermaatschappij — de « zwakste schakel »-strategie die de BBC sinds 2000 voert — zou onfatsoenlijk zijn in het onderwijs. 

Michel Weber
Filosoof. Auteur van o.a. L’Épreuve de la philosophie (2008), Éduquer (à) l’anarchie (2008), De quelle révolution avons-nous besoin ? (2013) en Ethnopsychiatrie en afstemming (2014).

Espace membre

Leden