Terwijl de communicatie-industrie lobbyt voor de invoering van 4G in Brussel, baart de toestand van de elektromagnetische omgeving in de hoofdstad nu al zorgen. Niet allemaal blijkbaar…
Levende wezens hebben zich op deze planeet ontwikkeld en aangepast in een elektromagnetische omgeving die in de loop van millennia slechts in geringe mate is geëvolueerd.
Deze omgeving is de laatste decennia ingrijpend veranderd door de wijdverbreide invoering van draadloze communicatietechnologieën. In het frequentiegebied van 300 MHz tot 300 GHz, bijvoorbeeld, lag de natuurlijke achtergrondstraling enkele decennia geleden in de orde van 10–7 μw/cm²; vandaag bereikt zij in steden vaak 1μW/cm², d.w.z. 10 miljoen keer meer!
Het is niet verwonderlijk dat in deze omstandigheden bij sommige diersoorten aanzienlijke gedragsstoornissen worden vastgesteld. Veel vogels maken gebruik van variaties in het magnetisch veld van de aarde en van elektromagnetische trillingen in de omgeving om zich te oriënteren.
Dit is ook het geval voor bijen, wier moeilijkheden bij het terugkeren naar de bijenkorf in talrijke studies zijn gemeten(1).
Er is aangetoond dat bijen variaties van 25nT in het magnetisch veld van de aarde waarnemen (dat is in de orde van 45.000 nT). Zij kunnen zich aanpassen aan magnetische anomalieën, maar alleen als deze anomalieën gedurende lange perioden stabiel blijven (anders wordt leren onmogelijk).
De mens is ook een elektromagnetische zender-ontvanger:
- zenden de hersenen elektromagnetische golven uit met een zeer lage frequentie;
- Neuronale activiteit vindt plaats door de synchrone uitzending van elektromagnetische golven van zeer lage intensiteit; zij regelt kritieke lichaamsfuncties zoals metabolisme, hersen‑, hart- en darmactiviteit, alsmede circadiane ritmen die de slaap- en hormonale cycli regelen.
Het is dan ook volkomen begrijpelijk dat chronische blootstelling aan radiogolven en aan diezelfde golven gemoduleerd in lage frequenties aanzienlijke biologische effecten kan veroorzaken en de normale werking van het organisme kan veranderen, zelfs bij zeer lage blootstellingsniveaus.
De internationale beschermingsnormen die zijn vastgesteld door de ICNIRP (International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection), een industriële instantie, en die door de EU worden gesteund, houden echter alleen rekening met thermische effecten (hoge frequenties) of elektrische inductie (lage frequenties). Zij gaan voorbij aan de biologische wisselwerking tussen elektromagnetische velden en levende wezens. Deze interacties treden op bij zeer lage blootstellingsniveaus, waarbij er geen sprake is van enige mogelijkheid tot verhitting van het weefsel. Tot op heden zijn er veel wetenschappelijke bevindingen over de biologische effecten van straling. Een internationale groep wetenschappers, gespecialiseerd in bio-elektromagnetisme, heeft in 2007 een uitvoerige analyse van dit werk verricht. Deze analyse is net geactualiseerd en een paar weken geleden gepubliceerd(2); in 5 jaar tijd (tussen 2007 en 2012) zijn er wereldwijd 1800 nieuwe studies uitgevoerd, waaruit blijkt dat er significant nieuw en wetenschappelijk onderbouwd bewijs is om de bevindingen en aanbevelingen van 2007 te ondersteunen.
Zo zijn er bijvoorbeeld belangrijke epidemiologische studies verricht naar het risico van hersentumoren als gevolg van het gebruik van mobiele telefoons. De « Interphone »-studie levert het bewijs dat het gebruik van mobiele telefoons gedurende 10 jaar of langer, met een totaal van ongeveer 1640 uur gebruik van mobiele of draadloze telefoons, het risico van glioma bij volwassenen verdubbelt. Glioma is een agressieve kwaadaardige hersentumor; de levensverwachting na diagnose is ongeveer 400 dagen.
Uit studies van Lennart Hardell en zijn team aan de universiteit van Orebro in Zweden is gebleken dat kinderen die in hun jonge jaren beginnen met het gebruik van mobiele telefoons een vijf keer hoger dan normaal risico lopen om tussen hun 20e en 30e levensjaar een glioom te ontwikkelen.
Vijf nieuwe studies over de omgeving van basisstations maken melding van biologische effecten in het bereik van 0,001 μW/cm² tot 0,05 μW/cm², die lager zijn dan de in 2007 gerapporteerde effecten (onder 0,05 tot 0,1 μW/cm² werden toen geen effecten waargenomen). Onderzoekers melden hoofdpijn, concentratieproblemen en gedragsproblemen bij kinderen en adolescenten; bij volwassenen wordt melding gemaakt van slapeloosheid, hoofdpijn en concentratieproblemen.
In de Reflex-studie, die in opdracht van de Europese Commissie is uitgevoerd en in 2004 is gepubliceerd op (3), was reeds gewezen op de schade aan DNA en chromosomen, die begrijpelijkerwijs bijzonder zorgwekkend is.
Honderden studies bevestigen thans dat elektromagnetische velden, zelfs bij zeer lage blootstellingsniveaus, DNA-schade en een verlies van DNA-herstelcapaciteit veroorzaken. De verhoogde produktie van vrije radicalen en de uitputting van antioxidanten in het bestraalde lichaam verklaren dit verschijnsel.
De bloed-hersenbarrière is een beschermende barrière die voorkomt dat giftige stoffen in gevoelig hersenweefsel terechtkomen. Uit vele studies blijkt dat blootstelling aan radiofrequenties op zeer lage niveaus deze barrière kan aantasten.
De vereiste RF-blootstellingsniveaus liggen in de orde van grootte van 0,001W/kg, lager dan die welke worden veroorzaakt door een mobiele telefoon die op armlengte afstand wordt gehouden. De ICNIRP-norm (voor plaatselijke blootstelling) is 2W/kg energie voor hersenweefsel bij gebruik van mobiele telefoons. Dit betekent dat schade aan de bloed-hersenbarrière optreedt bij RF-blootstellingsniveaus die 1000 maal lager zijn dan die welke in de normen zijn vastgesteld.
Dit bevestigt de verontrustende realiteit dat chronische blootstelling aan hoogfrequente elektromagnetische velden en laagfrequente gepulseerde radiofrequenties op niveaus die gewoonlijk in ons milieu worden aangetroffen als gevolg van draadloze technologieën, aanzienlijke gezondheidsrisico’s inhoudt.
De internationale en Europese normen (grenswaarde van 450 μW/cm² voor de 900 MHz-frequentie; 237,5 μW/cm² voor de 1900 MHz-frequentie) bieden dus geen enkele bescherming voor de gezondheid van de mens.
In het nieuwe verslag van de Bioinitiative Working Group wordt ervan uitgegaan dat het laagste blootstellingsniveau waarbij gezondheidseffecten worden waargenomen in de orde van 0,003μW/cm² ligt (of 3nW/cm²) en wordt als voorzorgsmaatregel voor de meest gevoelige personen (kinderen) een grensniveau voor blootstelling aan permanent gepulseerde radiofrequenties van 0,3 tot 0,6 nW/cm² voorgesteld, d.w.z. een verlaging met een factor 200 tot 300 van het niveau dat 5 jaar geleden werd voorgesteld.
Geconstateerd kan worden dat de strengste norm die in België geldt, namelijk 2,5μW/cm², weliswaar duidelijk lager is dan de ICNIRP-norm, maar in geen geval aanspraak kan maken op naleving van het voorzorgsbeginsel. Het is drie orden van grootte te hoog en wordt door de industrie aangevochten als zijnde te restrictief! De onbeantwoorde vraag is hoe een echt debat over zo’n cruciale kwestie kan worden afgedwongen wanneer politieke vertegenwoordigers de feiten willen negeren die de huidige onstuimige rush om draadloze technologieën te ontwikkelen in gevaar kunnen brengen.
Voorlopig kunnen wij slechts de volgende fundamentele voorzorgsaanbevelingen herhalen
- om te waarschuwen tegen het misbruik van mobiele telefoons;
- af te zien van het gebruik van draadloze technologieën en het gebruik ervan te verbieden op plaatsen waar de meest kwetsbare mensen wonen: scholen, crèches, ziekenhuizen, bejaardentehuizen.
- een boodschap te sturen aan alle ouders om het gebruik van mobiele telefoons en draadloze technologieën door kinderen en adolescenten te ontmoedigen.
Europese resolutie
Op 27 mei 2011 heeft de Raad van Europa een resolutie aangenomen waarin de Europese regeringen worden opgeroepen om vast te stellen dat de voorzorgslimieten voor blootstelling aan microgolven op elke plaats binnenshuis, overeenkomstig het voorzorgsbeginsel, niet hoger mogen liggen dan 0,6 V/m (d.w.z. 0,1μW/cm²) en op middellange termijn moeten worden verlaagd tot 0,2 V/m, en om bijzondere aandacht te besteden aan mensen die intolerant zijn geworden voor elektromagnetische velden.
Op 31 mei 2011 heeft het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek (IARC), een agentschap van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), radiofrequente elektromagnetische velden ingedeeld als « mogelijk kankerverwekkend voor de mens » (categorie 2B).
- U.Warnke ; « Des abeilles, des oiseaux et des hommes »; Kompetenzinitiative zum Schutz von Mensch, Unwelt und Demokratie; Kempten, nov 2007.
- Bioinitiative 2012; Bioinitiative Working Group, décembre 2012.
- Reflex Consortium; Risk evaluation of potential environmental hazards from low energy electromagnetic field exposure using sensitive in vitro methods; Final report; 2004.