Noodprocedure met en zonder noodtoestand

Illustré par :

In minder dan twee jaar tijd heeft Frankrijk een inflatie van antiterrorismewetten gekend: de wet op de militaire programmering van 2013, de wet tot versterking van de bepalingen inzake terrorismebestrijding van 2014 en de inlichtingenwet van juni 2015. Deze reeks teksten, gepropageerd door de socialistische regering, heeft geleid tot een aanzienlijke achteruitgang van de rechtsstaat. De wet van 20 november 2015 verlengt de twaalf dagen durende noodtoestand, die de dag na de aanslagen van 13 november in Parijs was afgekondigd, met drie maanden. Het is opnieuw verlengd en verstrijkt op 26 mei(1). De noodtoestand veralgemeent uitzonderlijke strafrechtelijke procedures die de openbare en particuliere vrijheden ernstig beknotten. 

Manuel Valls ontkende het vrijheidsberovende karakter van de wet en zei dat« de noodtoestand de rechtsstaat is ». Het is paradoxaal zich op de rechtsstaat te beroepen om een verlenging met drie maanden te rechtvaardigen van een procedure die geen ander doel heeft dan het beginsel van de scheiding der machten te doorbreken, de rechterlijke macht te liquideren en alle prerogatieven in handen te leggen van de uitvoerende macht en haar politie. Sinds het begin van de noodtoestand zijn de meeste administratieve huiszoekingen verricht voor rechtshandhavingsdoeleinden, bijvoorbeeld bij milieuactivisten, of in het kader van het gemene recht, zonder enig verband met de strijd tegen het terrorisme .

NOODTOESTAND

De noodtoestand is reeds opgenomen in de wet van 1955, een stuk wetgeving dat de Franse regering in staat stelde om tijdens de Algerijnse oorlog de staat van beleg niet uit te roepen en verzetsstrijders dus niet als strijders te beschouwen om ze als misdadigers te behandelen. In vergelijking met deze wet zijn de voorwaarden voor huisarrest, waartoe zonder tussenkomst van een rechter wordt besloten, verscherpt. De wet van 1955 was van toepassing op eenieder« wiens activiteit gevaarlijk blijkt te zijn »; thans geldt zij voor eenieder « ten aanzien van wie er ernstige redenen zijn om aan te nemen dat zijn of haar gedrag een bedreiging vormt ». De formulering is veel ruimer en onduidelijk, aangezien « ernstige redenen » niet worden gespecificeerd. Door van « activiteit » over te stappen op « gedrag  » en « vermoeden », laat de nieuwe wet de materialiteit van de feiten los en gaat zij in de richting van een opzettelijk misdrijf. 

Huisarrest wordt toegepast op een plaats die niet noodzakelijk het huis is. De verdachte kan daar worden gebracht manu militari. De wet zet dus de deur open voor de vorming van kampen na de preventieve administratieve internering van personen die op de S‑lijst staan, ongeveer 10.000 personen die nooit zijn veroordeeld. 

Nachtelijke huiszoekingen, zonder rechterlijke toestemming, kunnen plaatsvinden indien er sprake is van « er ernstige redenen zijn om aan te nemen dat de plaats wordt bezocht door een persoon wiens gedrag een bedreiging vormt. « Zij tasten de onschendbaarheid van de woning aan en kunnen worden uitgevoerd om vage en niet-materiële redenen. 

Computers en telefoons kunnen worden doorzocht en gegevens gekopieerd. De administratieve huiszoeking beperkt zich niet tot het kopiëren van de voorwerpen die op de apparaten zijn aangetroffen, maar maakt ook de inbeslagneming van alle voorwerpen en documenten mogelijk.toegankelijk vanuit het oorspronkelijke systeem of beschikbaar voor het oorspronkelijke systeem. De zoektocht maakt dus deel uit van een algemeen systeem van bevolkingsbeheersing. 

De mogelijkheid om tijdens de noodtoestand om« veiligheidsredenen » elke bijeenkomst op de openbare weg te verhinderen, heeft het reeds mogelijk gemaakt de grote demonstratie die op 29 november in Parijs zou worden gehouden, aan de vooravond van de opening van de klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP21), af te gelasten. 

NOODPROCEDURE ZONDER NOODTOESTAND 

Op 9 maart heeft de nationale assemblee in het kader van een versnelde procedure het nieuwe wetsontwerp tot hervorming van het strafrecht« versterking van de strijd tegen terrorisme en georganiseerde misdaad » aangenomen. De tekst brengt bepalingen die geacht worden deel uit te maken van een uitzonderlijke wet, zonder dat de noodtoestand is afgekondigd, onder in het gemeen recht. Het geeft ook een rechterlijke uitweg voor de « surveillance « ‑procedures die door de Inlichtingenwet zijn gelegaliseerd. 

Het wetsontwerp versterkt in aanzienlijke mate de prerogatieven van de openbare aanklager, een magistraat die in hoge mate afhankelijk is van de uitvoerende macht. De openbare aanklager voerteen « vooronderzoek » uit, waarbij hij of zij de bevoegdheid heeft de verdachte voor de rechter te brengen. Dan brengt hij de aanklacht in een proces dat hij begon. Hij zal ook tot taak hebben na te gaan of de « door de gerechtelijke politie verrichte onderzoeken zowel belastend als ontlastend zijn ».

Wat de gerechtelijke politie betreft, blijft de controle van de magistraat evenwel louter formeel. In Frankrijk is het Openbaar Ministerie bijzonder overbelast. De weinige officieren van justitie behandelen de overgrote meerderheid van de rechtszaken. De nieuwe prerogatieven die hem door dit wetsontwerp worden toegekend, zullen de werklast alleen maar doen toenemen en het onmogelijk maken toezicht te houden op het politiewerk. Deze laatste is in feite de grote winnaar van de hervormingen. 

UIT DE HAND GELOPEN POLITIE 

De uitvoerende macht kan het werk van de politie niet controleren via de openbare aanklager. De rechterlijke macht is hiertoe volstrekt niet in staat via de andere figuur die in het wetsontwerp naar voren wordt geschoven, namelijk die van de rechter van vrijheid en detentie, op wie de meeste machtigingen tot uitvoering van de bepalingen van de wet zijn gebaseerd. Zijn controle kan slechts formeel zijn, aangezien deze rechter geen toegang heeft tot de grond van de zaak. 

Zo zullen in zaken van terrorisme en met voorafgaande machtiging van deze magistraat nachtelijke huiszoekingen in woningen worden toegestaan vanaf het stadium van het vooronderzoek. Van nu af aan kunnen zij preventief worden uitgevoerd, op basis van de mogelijkheid van gevaar. 

Het gebruik van IMSI-catchers, deze nep-relaisantennes die telefoons en computers bespioneren zonder dat de gebruikers daarvan op de hoogte zijn, zal worden toegestaan door de rechter van vrijheid en hechtenis of« in spoedgevallen » door de officier van justitie, in de wetenschap dat het de politie zelf is die bepaalt wat spoed is. Tot videobewaking, beeldopneming en geluidsopname van een woning kan voortaan worden besloten tijdens het vooronderzoek, na een eenvoudige machtiging van deze magistraat. 

Net als in de noodtoestand wordt het optreden van de prefect versterkt. Voortaan kan het« repatrianten uit Syrië » gedurende een maand onder huisarrest plaatsen, hun de codes van hun telefoons en computers vragen, hen verplichten hun bewegingen te melden en hen verbieden met bepaalde personen te spreken. Deze bepaling heeft de attributen van een gerechtelijke procedure, maar het is een administratieve handeling, een toetsing zonder rechter die ruimte laat voor willekeur. Het geeft de verdachte geen kans om de aanklacht te weerleggen. Het is de toegeschreven intentie die wordt aangevallen, zonder dat de persoon in staat is zichzelf te verdedigen. 

Jean-Claude Paye
socioloog, auteur van L’Emprise de l’image, de Guantanamo à Tarnac, Yves Michel 2012 

Notes et références
  1. N.D.L.R. Une demande de prolongation de deux mois supplémentaires, à partir de la fin du mois de mai, va être transmise au Conseil d’État puis au Parlement.

Espace membre

Leden