LESSEN UIT DE INEENSTORTING VAN DE USSR (II): DEMOGRAFIE

Illustré par :

Wat vertelt de geschiedenis ons over de dynamiek van instorting? Bijna 30 jaar geleden, viel de Sovjet Unie uiteen. In onze vorige column zagen we dat, in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, de wildstand daalde tijdens het decennium van politieke en sociale chaos dat volgde op de val van de Muur. Maar hoe zit het met mensen? 

Eeuwenlang hebben historici en archeologen getracht het verval en de ondergang van samenlevingen, dynastieën, koninkrijken, rijken of staten te begrijpen. Zij verkennen het verleden om ons heden te verlichten en een glimp van de toekomst op te vangen. Zo beschreef de Griekse historicus Polybius (c.-200‑c.-118) de « anacyclose », een cyclische theorie van de opeenvolging van politieke regimes; Montesquieu (1689–1755) besprak de oorzaken van de neergang van het Romeinse Rijk; of meer recent, Dmitry Orlov (1962), een Russisch-Amerikaanse ingenieur en schrijver die bekend is bij collapsologen, analyseerde de oorzaken van de ineenstorting van de Sovjet-Unie(1).

De USSR werd op 26 december 1991 ontbonden in een « merkwaardig vreedzame sfeer, zonder kalasjnikovschoten of raketdreigingen »(2), de dag nadat Gorbatsjov was afgetreden als president van de Unie. Hoewel deze datum de dag van de definitieve ondergang markeert, zijn historici het erover eens dat de neergang eigenlijk al in de jaren zeventig begon, en dat de gebeurtenissen na de val van de Berlijnse Muur op 9 november 1989 in een stroomversnelling raakten. 25 maanden later was de USSR niet meer. Voor sommigen waren vrijheid, democratie en kapitalisme triomfantelijk. Voor anderen was de financiële, economische en politieke ineenstorting nog maar het begin… 

De schokgolf trof de bevolkingen van de vijftien landen van de voormalige Unie met verschillende intensiteit. De politieke ineenstorting (stadium 3 op de schaal van Orlov) in Moskou was het epicentrum. Maar de economische ineenstorting (fase 2) in de eerste helft van de jaren negentig had aanzienlijke gevolgen voor Georgië (-233% voor het BBP per hoofd van de bevolking) of Armenië (-419% voor het energieverbruik per hoofd van de bevolking), terwijl het effect kleiner was in Oezbekistan (-21% voor het BBP) of Letland (-56% voor energie)(3).

Alle landen hadden te lijden onder de gevolgen van deze ineenstortingen: hyperinflatie, massale ontslagen, Stroomuitvallen, verwarring, de opkomst van maffia’s, Russische oligarchen, dictators en autocratische regeringen, zoals in Wit-Rusland, Oezbekistan of Kazachstan; burgeroorlogen in Georgië en Tadzjikistan; endemische corruptie in Kirgizië en Turkmenistan; of extreme armoede in Moldavië en Armenië. 

Deze financiële, economische en politieke beroering is niet zonder gevolgen gebleven voor de bevolking. Een hele generatie wordt gekenmerkt door grote schommelingen in de beschikbare middelen en toenemende onzekerheid in alle facetten van het leven(4).

Vanaf het midden van de jaren tachtig daalden de geboortecijfers in het algemeen. De sterftecijfers daarentegen zijn in het begin van de jaren negentig sterk gestegen, waardoor een negatief natuurlijk evenwicht is ontstaan (migratie wordt niet meegerekend), dat pas in 2012 weer op nul is uitgekomen! Deze

De instortingsperiode werd ook gekenmerkt door een versnelde daling van de levensverwachting. In Rusland bijvoorbeeld verloren mannen tussen 1992 en 1994 meer dan 6 jaar (van 63,8 tot 57,7 jaar) en vrouwen meer dan 3 jaar (van 74,4 tot 71,2 jaar). De oorzaken? Meer stress, een falende gezondheidszorg, besmettelijke ziekten, zelfmoorden, moorden, alsook verkeersongevallen en overmatig alcoholgebruik, vooral in Rusland bij tieners en jonge volwassenen. 

Het zelfmoordcijfer van mannen tussen 50 en 60 jaar, dat na 1992 sterk is gestegen, bleek sterk gecorreleerd te zijn met de toestand van de economie (BBP). Bij vrouwen bleek er een nauw verband te bestaan met alcoholgebruik. Alcoholisme speelde dus een grote rol in deze sociale en gezondheidschaos, vooral voor degenen die geen psychologische steun uit hun omgeving kregen. Het aantal moorden is tussen 1988 en 1994 verdrievoudigd en behoort nog steeds tot de hoogste ter wereld. 90% van de moordenaars zijn mannen, vaak onder invloed van alcohol, en 30% van hun slachtoffers zijn vrouwen, vaak verkracht. 

Wat de voeding betreft, constateren de onderzoekers geen significante verschillen in het aantal calorieën dat door kinderen en de meeste volwassenen wordt geconsumeerd, hetgeen erop wijst dat de huishoudens tijdens de crisisjaren voldoende calorieën bleven opnemen, waarschijnlijk als gevolg van hun geringe zelfproduktiecapaciteit. Naarmate de huishoudens minder financiële middelen hadden, werden eiwit (caloriegehalte) en vet (smaak) opgeofferd voor goedkopere maaltijden. Anderzijds was de calorie-inname nog steeds met ongeveer 10% en de eiwitinname met 5–10% gedaald bij gepensioneerden die hun pensioen niet meer ontvingen. 

Hoe veerkrachtig zijn deze landen in de loop der jaren geweest? Vanaf de jaren 2000 is het BBP van de meeste post-Sovjetstaten geleidelijk teruggekeerd tot boven het niveau van 1991. Vandaag hebben alleen Moldavië, Oekraïne, Georgië, Kirgizië en Tadzjikistan nog een BBP dat beduidend lager ligt dan in 1991. 

Bijna drie decennia na het einde van de Sovjet-Unie bleven de sterftecijfers voor het grootste deel van de bevolking echter aanzienlijk hoger dan in West-Europa(5). Overmatig alcoholgebruik, ziekten en de achteruitgang van de kwaliteit en de financiering van de gezondheidszorgstelsels zijn de voornaamste factoren die dit verschil verklaren. 

Welke lessen kunnen uit het geval van de voormalige USSR worden getrokken? 

1. De gevolgen van een ineenstorting voor de bevolking zijn zeer uiteenlopend, afhankelijk van elke regionale context (cultuur, geografie, politiek regime, enz.). Laten we het zien als een zeer complexe mozaïek! 

2. Een ineenstorting betekent niet noodzakelijk de verdwijning van een bevolking (zoals op Paaseiland), maar kan wel ernstige schade veroorzaken, waarvan de nawerkingen nog lang na de eerste schok kunnen voortduren. 

3. Lokale (gemeenschaps‑, gezins-) veerkracht kan worden bereikt door autonomie op het gebied van voedsel en energie, maar ook door een stabiele psychologische en emotionele omgeving . Als wij ons dus willen voorbereiden op een reeks rampen in onze landen, kunnen wij net zo goed met deze twee pijlers beginnen. Hoe dan ook, het kan geen kwaad. 

Pablo Servigne & Raphaël Stevens 

Notes et références
  1. D. Orlov, Reinventing Collapse, The Soviet Experience and American Prospects, New Society Publishers, 2011.
  2. L. de Meaux, « La fin de l’URSS ou la seconde mort de l’empire Russe » in La fin des empires (P. Gueniffey & T. Lentz), Ed. Perrin, 2016, p.440.
  3. Selon les données statistiques de la Banque Mondiale http://data.worldbank.org .
  4. La littérature scientifique regorge d’études sur la santé des populations de cette époque. Pour une revue, voir S. Stillman,« Health and nutrition in Eastern Europe and the former Soviet Union during the decade of transition: A review of the literature », Economics & Human Biology, vol. 4, n°1, 2006, pp. 104–146.
  5. B. Rechel et al., « Health and health systems in the Commonwealth of Independent States », The Lancet, vol. 381, n°9872, 2013,pp. 1145–1155.

Espace membre

Leden