LATEN WE EINDELIJK EEN ECHTE DEMOCRATIE OPBOUWEN

Illustré par :

Zo’n 200 jaar lang is ons het kiesstelsel voorgehouden als het toppunt van democratie, zozeer zelfs dat wij ons niet meer kunnen voorstellen dat een ander systeem beter zou kunnen werken in het belang van de hele bevolking.
Wanneer men echter de moeite neemt om over deze kwestie na te denken, komt men tot de conclusie dat wij wel degelijk in een electief systeem zitten, maar dat het niet democratisch is. Ons regime is een oligarchie (geregeerd door een heersende klasse). Het is zelfs een plutocratie. De rijken dicteren hun wetten op het hoogste niveau, via de lobby’s die zij financieren.

Wanneer men het functioneren van onze regimes bekijkt, kan men alleen maar tot de conclusie komen dat het meerpartijenstelsel met verkiezingen structureel niet democratisch kan zijn. Dit is geen nieuw feit. Zoals David Van Reybouck in Tegende verkiezingen opmerkt, werd voor dit regime gekozen omwille van zijn aristocratisch karakter, waardoor een aantal voorrechten van het oude regime konden worden gevrijwaard. Vandaag beschermt het de financiële oligarchie.

Veel politici hebben onbetwistbare morele kwaliteiten en een echte bereidheid om de gemeenschap te dienen. Het is de structuur van het kiesstelsel zelf die verhindert dat het in het belang van alle burgers functioneert. Ik heb tien factoren geïdentificeerd die deze situatie veroorzaken.

De verkiezingskalender bepaalt de prioriteiten. In alle omstandigheden is het hoofddoel van partijen, kandidaten en verkozenen macht. Dit is volkomen legitiem. Zonder gekozen te zijn, is het onmogelijk een politiek programma te verdedigen en uit te voeren. Het enige wat de oppositie kan doen is praten. Camerons belofte van een referendum over het EU-lidmaatschap is slechts één voorbeeld van de aberraties waartoe deze electorale imperatief kan leiden.

Ongeacht zijn intellectuele capaciteiten, zijn opleiding en zelfs zijn politiek engagement, heeft de kiezer geen enkele mogelijkheid om rationeel te stemmen. De meeste kiezers zullen zeggen dat zij weloverwogen, onafhankelijk en volledig geïnformeerd hun stem uitbrengen. Dit is een volmaakt aanmatigende uitspraak en ik zou zeggen dat alleen degenen die weigeren te stemmen gelijk hebben. De tweede akte van de Brexit, het referendum, is een meesterlijke illustratie van deze tweede fatale fout in ons bestuursmodel. De kiezers kozen niet voor een vertrek uit de EU op basis van vaststaande feiten, maar op basis van geruchten of soms misleidende propaganda. Men zou zich kunnen voorstellen dat deze stemming wordt gerechtvaardigd door een eenvoudige en objectieve verklaring zoals: « de EU is te groot om naar behoren te functioneren », een mening die ik deel. In feite vloeide het zowel voor de ja- als voor de nee-stemmers voort uit een totale subjectiviteit die hoogstens verband hield met de vage indruk dat het mogelijk zou zijn beter te leven hetzij door blank te stemmen, hetzij door zwart te stemmen.

De vaardigheden die nodig zijn om verkiezingen te winnen zijn niet dezelfde als die welke nodig zijn om doeltreffend te regeren. Verkiezingen winnen vereist charisma en het vermogen om te communiceren. Regeren vereist het vermogen om vraagstukken met een maximum aan kritisch denken te analyseren, verbeeldingskracht om de gevolgen van beslissingen te voorzien en het vermogen om een team te leiden. Sommige mensen combineren deze vermogens, maar dit soort profiel is zeldzaam.

Verre van een bolwerk tegen dictaturen te zijn, heeft de geschiedenis aangetoond dat het kiesstelsel monstruositeiten aan de macht kan brengen zoals het nazisme of individuen zonder enige moraal, zelfs psychopaten.(1)

Volgens een studie van de Academie van Wetenschappen (VS) leidt het winnen van een wedstrijd waarin men heeft geïnvesteerd, tot een grotere neiging om later oneerlijk gedrag te vertonen. Uit de studie blijkt ook dat deze vervaging van de sociale normen niet wordt waargenomen wanneer het gaat om de uitkomst van een loterij.

In de jaren tachtig werd de bevoegdheid over het monetaire beleid, een van de belangrijkste hefbomen van elke regering, ontnomen aan de verkozen autoriteiten. Het is toevertrouwd aan de centrale banken, om het bijna volledig te scheiden van ander beleid. Wat een absurditeit lijkt, is gerechtvaardigd om de economische « stop-and-go »- bewegingen te vermijden die door de verkiezingskalender worden onderbroken.

De vrees een deel van het electoraat onwelgevallig te zijn weerhoudt de verkozenen ervan wetten aan te nemen die onontbeerlijk zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan de bedrijfsauto’s die nog steeds worden gepromoot, terwijl wij verplicht zijn onze CO2-uitstoot te verminderen om toekomstige generaties een kans op welzijn te geven, en zelfs een kans op overleven voor veel levende soorten, waaronder de mens.

Verkiezingscampagnes, zelfs in landen waar dergelijke uitgaven min of meer gecontroleerd of gedeeltelijk gefinancierd worden door de staat, creëren bijzonder ongezonde afhankelijkheden van de geldschieters. De belangen die de verkozen begunstigden zullen verdedigen, zijn dus die van de rijksten die hun verkiezing mogelijk hebben gemaakt en die hun volgende verkiezingscampagne zullen financieren. Deze ongezonde banden zetten de deur open voor verdere corrupte handelingen, die soms de vorm kunnen aannemen van professionele verbintenissen in goedbetaalde functies in particuliere bedrijven, als dank voor bewezen diensten.

De meeste beleidsmaatregelen worden uitgevoerd over perioden die onverenigbaar zijn met de verkiezingsperiodiciteit. Daardoor wordt de voorkeur gegeven aan betrekkelijk incidentele uitgaven, die echter waarschijnlijk in de verkiezingstijd zichtbaar zullen zijn, boven keuzes waarvan de effecten maatschappelijk veel belangrijker zijn, maar pas tientallen jaren later duidelijk zullen worden.

10° Een confronterende wijze van regeren zoals de onze stelt ons niet in staat te profiteren van de mechanismen van collectieve intelligentie. De voorwaarden voor hun ontwikkeling zijn niet aanwezig: ten eerste is er geen belangengemeenschap omdat ieder individu en iedere partij in de eerste plaats zijn eigen belang nastreeft; ten tweede is er geen lidmaatschap op basis van gemeenschappelijke doelstellingen; ten derde is er geen wederzijds vertrouwen tussen de leden. Integendeel, de bestaande omstandigheden zijn precies die welke het ontstaan van deze mechanismen verhinderen.

DE MODERNITEIT VAN HET OUDE REGIME

Het resultaat van deze verschillende factoren is dat ons politiek systeem een vrij getrouwe weergave is van het oude regime, met twee uitzonderingen.

  • De echte plutocratische leiders, zij die aan de touwtjes van het systeem lijken te trekken, niet de politieke vertegenwoordigers, bevinden zich op mondiaal niveau in plaats van op nationaal niveau. Hun vermogen om onrust te stoken is vertienvoudigd en hun afstand tot de realiteit van de gemiddelde bevolking is bijna totaal.
  • In het oude regime was er een zelfverklaarde aanspraak om de « beste » heersers te zijn. Dat is de betekenis van het woord aristocratie. Vaak, althans op plaatselijk niveau, werd deze pretentie vertaald in een beschermend paternalisme ten opzichte van de bevolking, dat uiteraard persoonlijke verrijking niet in de weg stond. In het geglobaliseerde keuzemodel wordt alleen maximale winst als leidraad genomen. Wanneer ik schrijf dat de plutocraten aan de touwtjes lijken te trekken, dan is dat omdat zij in werkelijkheid politiek gezien niets anders doen dan streven naar maximale winst, zonder enige andere overweging. Zij kunnen dus worden vervangen door algoritmen en dit is wat er gebeurt door de exploitatie van Big Data. Deze exploitatie wordt in toenemende mate uitgevoerd door zogeheten « deep neural » kunstmatige intelligentie-algoritmen, waarvan de interne werking zelfs voor de ontwerpers volkomen ondoorzichtig is. Zelfs indien deze processen geopolitieke en zelfs milieuparameters omvatten om te voorkomen dat zij opstanden uitlokken die schadelijk zijn voor de winst, zorgen zij voor de grootst mogelijke druk op de gemiddelde bevolking. Zij gaan uit van het principe dat als de rijken meer verdienen, iedereen daarvan profiteert. Deze stelling van de Chicago school van de economie wordt steeds meer afgekeurd, ondanks de vele pseudo-nobeluigingen van haar leden.

Ik kwam tot deze conclusie na verscheidene jaren van echte politieke betrokkenheid, maar zonder een verkozen mandaat of inkomen. De conclusie was dat de huidige « grote omwenteling » moet worden aangegrepen om het meerpartijenstelsel af te schaffen en door iets anders te vervangen. Dit is de enige manier om het risico te verminderen dat overal ter wereld dictaturen worden gevestigd. In moeilijke tijden verschijnt dit type regering bijna spontaan. In onrust voelen mensen de behoefte om charismatische leiders te vinden, vaak tegen hun eigen belangen in. Het is de triomf van groeperingen over irrationele thema’s die conflicten en oorlogen kan doen ontstaan. Ik dacht eerst dat sociocratie een alternatief kon bieden voor het kiesstelsel. Het is gebaseerd op kringen die geweldloze communicatie (NVC) beoefenen, waarbij de leden op basis van strikte gelijkheid zitting hebben. Besluiten worden genomen met instemming. Consensus vereist dat iedereen het eens is (iedereen moet « ja » zeggen). Dit leidt zeer snel tot verstoppingen. In de sociocratie kunnen bezwaren worden overwonnen door naar compromissen te zoeken. Niet iedereen hoeft « ja » te zeggen, het is genoeg dat niemand meer « nee » zegt. Dit is een aantrekkelijke aanpak, maar hij lijkt moeilijk toepasbaar buiten menselijke groepen van enkele tienduizenden mensen. Een opeenstapeling van onderling afhankelijke sociocratische kringen van de buurten of dorpen tot aan de top van de staat leek mij, in ons stadium van sociale evolutie, een moeilijk te verwezenlijken droom.

Om een werkelijk democratische aanpak te ontwikkelen die zowel tegemoetkomt aan de behoefte aan bekwame leiders als aan de eisen van verschillende segmenten van de samenleving, heb ik mij laten inspireren door de mechanismen van de evolutie. Dus stelde ik me een politieke benadering voor die gebaseerd is op de drijfveren van het leven: toeval, samenwerking en selectie. Er zij op gewezen dat deze drie mechanismen in het keuzemodel vrijwel ongebruikt blijven. Dat een persoonlijkheid een verkiesbare plaats inneemt, heeft weinig te maken met toeval en veel met het behoren tot een kaste of familie. Wij hebben gezien dat samenwerking bijna onmogelijk is in dit model van permanente confrontatie; wat de selectie betreft, zijn de verkozenen bijna onverwoestbaar. Het model dat ik aanbeveel in mijn boek, dat over enkele maanden zal verschijnen, is gebaseerd op een loting onder vrijwilligers, d.w.z. mensen die, terecht of ten onrechte, geloven dat zij iets kunnen bijdragen aan hun medeburgers. Deze loterij zal in elk district een gelijk aantal mannen en vrouwen aanwijzen, waardoor een perfecte gendergelijkheid wordt gewaarborgd. Hun totale aantal komt overeen met 50% van de te vormen assemblee. Gedurende een half trimester zullen zij plaatsvervangers zijn en een opleiding krijgen in sociocratie (verplicht), talen en elk vak dat met hun politieke belangstelling overeenkomt. Het bijwonen van deze opleidingen komt in aanmerking voor presentiegeld. Degenen die niet zijn opgeroepen om een in gebreke blijvende effectieve vertegenwoordiger van hun geslacht en district te vervangen, wachten op de hernieuwing door de helft van de assemblee om effectieve vertegenwoordigers te worden tot het einde van hun mandaat. Een ideaal democratisch systeem nastreven is de kwadratuur van de cirkel. Enerzijds moet de macht uitgaan van alle sociale lagen en regio’s van een land, zodat de bekommernissen van de verschillende levensstijlen zo goed mogelijk worden vertegenwoordigd. Anderzijds vereist de uitoefening van macht meerdere vaardigheden en het vermogen zich aan te passen aan veranderende situaties.

In theorie zou een kortstondige en herroepbare aristocratie een ideaal model zijn. Geleid worden door « de besten » lijkt inderdaad een wenselijk doel, behalve dat de criteria om te bepalen wie de best gekwalificeerde heersers zijn, ondefinieerbaar zijn. Het tweeledige proces dat ik voorstel tracht dit ideaal te benaderen. De willekeurige selectie van vrijwilligers die geen strafblad hebben en wier inkomen een plafond van « waarschijnlijke oneerlijkheid » niet overschrijdt, vormt een filter van eerste kwaliteit. Het is zeker onvolmaakt maar echt. Zelfs als het inkomen van de volksvertegenwoordigers benijdenswaardig zal zijn, zullen degenen die zich vrijwillig aanmelden weten dat het sociocratische proces tot hun afzetting kan leiden als hun inzet of efficiëntie te gering is. Dit is een tweede filter. Er zij op gewezen dat er in alle lagen van de maatschappij vaardigheden zijn die onderbenut blijven omdat zij niet in het geijkte sociale model passen. Noch opleiding, noch rijkdom, noch geboorte garandeert de bekwaamheid om te regeren in het belang van allen. Anderzijds kan een mechanisme van loting onder vrijwilligers persoonlijkheden naar voren brengen met levenservaring of een vorm van intelligentie die kan bijdragen tot effectief « goed bestuur » voor iedereen. Heldere profielen met een electorale handicap kunnen naar voren komen en effectief bijdragen aan de publieke zaak. Ik denk bijvoorbeeld aan gehandicapten, misvormden, mensen met ideeën die moeite hebben om zich in het openbaar uit te drukken, of zelfs high potentials die door het onderwijs niet tot ontplooiing zijn gekomen en die door de maatschappij zijn gedegradeerd tot taken die geen gebruik maken van hun capaciteiten.

Ik zal niet verder ingaan op de mechanismen die ik in mijn boek ontwikkel en die de meest bekwame mensen naar de hoogste machtsposities kunnen leiden: u zou niet meer de moeite nemen het te lezen!

Dus dit is een perfect democratisch systeem dat ik voorstel? Natuurlijk niet. Niets dat leeft is perfect en gelukkig is dat zo. Maar, zoals ik schrijf in mijn aankomende boek, « Tussen het slechtste politieke regime (het onze) en de utopie van een perfecte politieke organisatie ligt een enorm veld waarin vele bloemen van geluk, kennis en goed leven kunnen groeien. Een veld van mogelijkheden dat het totaal onwaardig is niet te zaaien.

Maar ik heb het gevoel dat u, ondanks alle bewijzen die zich de laatste 200 jaar dagelijks opstapelen, er nog steeds niet van overtuigd bent dat wij ons in het slechtste politieke regime bevinden. Dit is normaal. Zelf heb ik er meer dan vijftig jaar over gedaan om hiervan overtuigd te raken, zozeer zelfs dat we vol zaten met het oxymoron « electorale democratie ».

Jean-Pierre Wauters

Notes et références
  1. Selon Andew M. Lobaczewski (La ponérologie politique éd. Pilule Rouge), ces individus totalement incapables de ressentir la moindre compassion, semblent avoir des capacités de manipulation qui facilitent leur accession au pouvoir.

Espace membre

Leden