Klimaatverandering: het echte debat heeft nog niet plaatsgevonden.

Illustré par :

De recente publicatie van het nieuwe IPCC-rapport heeft de conclusies van de wetenschappelijke gemeenschap met betrekking tot de aard en de omvang van de gevolgen die van de opwarming van de aarde kunnen worden verwacht, zonder enige verbazing bevestigd. 

Ook al moeten deze voorwaarden in wezen worden beschouwd als prognoses, gebaseerd op wiskundige modellen die, gezien de complexiteit van de verschijnselen, uit de aard der zaak twijfelachtig zijn, toch is het logisch en in overeenstemming met het voorzorgsbeginsel zich op deze conclusies te baseren om de politieke keuzen te bepalen die het mogelijk maken de aan de gang zijnde verstoring van het klimaat te beperken Want, tenzij men stekeblind is, is de realiteit van deze ontwrichting reeds enkele jaren duidelijk: 

- De toename van het aantal hydro-meteorologische rampen (stormen, overstromingen, tornado’s, cyclonen, enz.) is een objectieve realiteit; de tyfoon die onlangs de Filippijnen heeft geteisterd is daar een dramatische herinnering aan. 

- het smelten van gletsjers en het Arctische pakijs is alom gedocumenteerd. 

In de zomer van 2012 bijvoorbeeld smolten het Noordpoolijs en de ijskap op Groenland op recordhoogte, kenden de Verenigde Staten ongekende temperaturen en liep India een dramatische vertraging op van het moessonseizoen voor zijn rijstoogst. 

In deze context is het niet langer de tijd om te kibbelen over cijfers en nog minder om onze toevlucht te nemen tot een steriel debat tussen klimaatsceptici en IPCC-vertegenwoordigers. Of de klimaatsceptici al dan niet serieus zijn of door de oliemaatschappijen worden gesponsord, doet niet ter zake. Het is echter van belang te beseffen dat het ontkennen van de klimaatverandering of het toeschrijven van de klimaatverandering aan oorzaken die losstaan van menselijke activiteiten, er alleen maar toe kan leiden dat de politieke besluitvormers in gebreke blijven of, erger nog, hen ervan kan weerhouden de juiste maatregelen te nemen voor de veranderingen die moeten worden doorgevoerd. Toch zijn het deze veranderingen en de beleidsbeslissingen die zij impliceren waarover moet worden gedebatteerd, gezien de ineffectiviteit van het huidige beleid. 

De toezeggingen die op de Wereldmilieutop in Rio in 1992 zijn gedaan, hebben de trend duidelijk niet kunnen keren. Sinds 1992 zijn de broeikasgasemissies wereldwijd blijven toenemen (+49% tussen 1992 en 2012). Het is dan ook niet verwonderlijk dat de BKG-concentratiedrempel van 400ppm in de atmosfeer deze zomer werd overschreden. Het Kyoto-protocol, dat eind 2012 afliep, was een abjecte mislukking, wat gezien de inhoud ervan volkomen voorspelbaar was. De mechanismen die zijn ingevoerd om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, waren uitsluitend marktgericht en vormden geen bedreiging voor de globalisering of de door iedereen nagestreefde groeidoelstelling. 

Hoe kunnen wij verwachten dat de uitstoot aanzienlijk wordt verminderd wanneer vervuilende bedrijven zich verplaatsen naar landen waar geen bindende verplichtingen gelden? Dit geldt des te meer wanneer deze bedrijfsverplaatsingen financieel worden aangemoedigd door het Kyoto-protocol zelf (mechanisme voor schone ontwikkeling). 

Hoe kunnen we niet begrijpen dat een veralgemeende vrijhandel het vervoer over lange afstand en de daarmee gepaard gaande CO2-uitstoot aanzienlijk doet toenemen? Hoe kan de doelstelling van economische groei in de hele wereld worden verzoend met de toezegging om de uitstoot van verontreinigende stoffen, die logischerwijs toeneemt door de toenemende economische activiteit, te verminderen? Remmen terwijl je probeert te versnellen is een onmogelijke taak. 

De zelfverklaarde deugdzame landen van het oude Europa hebben hun BKG-uitstoot weliswaar enigszins verminderd, maar dit is grotendeels te danken aan de export van vervuilende activiteiten naar de zogenaamde opkomende landen, die alle een aanzienlijke groei van deze uitstoot hebben gekend. Deze zijn tussen 1990 en 2011 verviervoudigd in China, verdrievoudigd in Indonesië en India, en verdubbeld in Brazilië. 

In feite heeft het Protocol van Kyoto de staatshoofden en regeringsleiders die het hebben geratificeerd, in staat gesteld hun geweten te sussen. Zij hebben zichzelf ervan overtuigd dat het mogelijk is op de oude voet verder te gaan in de logica van groei en onderwerping aan de markten. Zo weinig mogelijk doen om deze groei niet in gevaar te brengen was de door allen gekozen handelwijze. Het resultaat zou slechts een algemene mislukking kunnen zijn, waarvan het zinloos is te proberen deze aan anderen toe te schrijven. 

Het is tijd om de ogen te openen en te erkennen dat de economische en financiële mondialisering, de vrijhandel en de wedloop naar groei onverenigbaar zijn met een wereldwijd ecologisch beleid en met name met een doeltreffende strijd tegen de opwarming van de aarde. Een paradigmaverschuiving is het enige antwoord op de uitdaging: economische en financiële de-globalisering, die een verplaatsing van de economische activiteiten impliceert en een snelle verschuiving naar de productie van duurzame goederen die de ecosystemen respecteren, kan de dreigende ramp nog voorkomen. 

Het is aan de ontwikkelde landen om in dit verband het voortouw te nemen. In tegenstelling tot het dominante discours is deze beleidsoptie geen te dragen last die schadelijk is voor het welzijn van ons allemaal, maar een positieve uitweg uit de crisis voor iedereen. 

Door kleine en middelgrote ondernemingen op het hele grondgebied te stimuleren, door ambitieuze criteria inzake duurzaamheid, herstelbaarheid en recyclage vast te stellen, door voedselsoevereiniteit en kortsluitingen te bevorderen, verminderen we de uitstoot van broeikasgassen… en bevorderen we tegelijkertijd de economische heropleving van de gebieden, het scheppen van banen die niet kunnen worden verplaatst en het terugdringen van allerlei vormen van overlast Door dit beleid aan te nemen zouden Europa en zijn Lid-Staten de wereld het signaal geven dat zij nodig heeft om terug te keren naar een leefbare wereld. 

Het is de hoogste tijd dat we ons hiervan bewust worden. 

Paul Lannoye

Espace membre

Leden