Eurocraten die liefde nodig hebben

Le internationale pers gonst de laatste tijd van de tekenen van vijandigheid tegenover de Eurocraten in Brussel. « Eurocraat, gebruik je stropdas » luidt een op muren geschilderde en als stickers opgeplakte slogan met een tekening van een ambtenaar… hangend aan zijn stropdas.

In een brief aan de hoogste autoriteiten van de Unie hekelden zij de « talrijke persorganen die door anti-Europese verenigingen en lobby’s zijn verspreid [qui] regelmatig lasterlijke aanvallen uitvoeren op het Europees openbaar ambt », en erop aandringen dat « dringend moet worden gezorgd voor de daadwerkelijke verdediging van het personeel van de instellingen, dat niet alleen wordt belasterd (…) maar nu ook fysiek wordt geïntimideerd en beschimpt ». Het is waar dat « een groep activisten », in de marge van de mars van de Indignados afgelopen maart, de Eurocraten bij het verlaten van de metro begroette met « intimidatie, hoongelach » en liederen met « hatelijke woorden ». Deze « leiders » schilderden zelfs slogans als « Eurocraten van de stront! » Wat dan nog. Het is nergens meer veilig. Zelfs in een van de zwaarst bewaakte gebieden van de stad, maar waar men zich toch op de openbare weg moet wagen om de citadellen van de Unie binnen te gaan. De afsluiting van de Europese wijk tijdens de Europese topconferenties volstaat niet meer, de Belgische autoriteiten moeten de aanwezigheid van de politie daar opvoeren! Omdat er maar één stap is van graffiti naar terrorisme…

Een ondankbaar volk

In Brussel verwijst het neologisme eurocraat pejoratief en zonder onderscheid naar verschillende categorieën van personen die door Brussel reizen of er zijn komen wonen, rechtstreeks of onrechtstreeks in verband met Europese aangelegenheden. Een beetje zoals de schieven architek, waarmee ze ooit de projectontwikkelaars en bureaucraten aanduidden die verantwoordelijk waren voor het verwoesten van hun wijken om het grootste gerechtsgebouw ter wereld te bouwen.

Vandaag is Brussel een internationale hoofdstad. De 20 jaar (1866–1883) die nodig waren om het Justitiepaleis te bouwen, komen nu overeen met de levensduur van een nieuw kantoorgebouw. De werkplekken zijn minder lang, maar het zijn er wel meer. De stad is voortdurend in beweging. Alleen de mentaliteit van de Brusselaars en hun gebrekkige onderscheidingsvermogen lijken niet te zijn geëvolueerd! Nu is het de aanwezigheid van de Europese instellingen en hun entourage van bureaucraten die als buitensporig en minachtend wordt ervaren. Van de 190.000 Europeanen die in Brussel wonen, hebben er ongeveer 110.000 (40.000 ambtenaren, 20.000 lobbyisten, enz.), of 10% van de regionale bevolking, banden met de Europese instellingen en worden zij dus dagelijks gestigmatiseerd door het beeld van de goedgeklede man met een badge om zijn nek, die met snelle passen zijn rolkoffer voorttrekt. In plaats van dankbaar te zijn voor de instelling die hen een halve eeuw lang uit de oorlog heeft gehouden, klagen zij over de kleine ongemakken die haar ligging in hun stad hen oplevert… die zij vergelijken met Beiroet. Ze verkiezen oude kasseien boven minerale ruimtes en kleine huizen boven de flamboyante gebouwen van glas en beton die de Brusselse skyline zo modern maken. Kortom, ze zijn conservatief. En ondankbaar. Zij vergeten dat de Europese aanwezigheid in Brussel hun BBP heeft doen stijgen en hun regio in staat heeft gesteld mee te spelen op het internationale toneel van de concurrentie tussen grote steden. Beseffen zij dat Brussel zonder de instellingen een armzalig provinciestadje zou zijn?

Gelukkig zijn er onder hen politieke besluitvormers, investeerders of architecten die gevoel hebben voor geschiedenis en verantwoordelijkheid, en niet aarzelen om impopulaire beslissingen te nemen. Dankzij deze visionairs beschikt Brussel nu over bijna 13.000.000 m² kantoorruimte (waarvan ongeveer 1/4 leeg staat), waarvan er 3.500.000 in gebruik zijn voor activiteiten die nauw of in de verte verband houden met Europa…

Harten en geesten winnen

Regeringen en investeerders doen echter hun uiterste best om de soepele integratie van Europeanen in de plaatselijke samenleving te bevorderen. Sportfaciliteiten en winkels zijn voor hen beschikbaar. Trendy bakkerijen en cafés voor hen floreren tot ver buiten de Europese wijk. Er worden groepsuitstapjes georganiseerd voor hun stagiairs. Scholen en crèches zijn open voor hun kinderen…

De instellingen laten geen gelegenheid voorbijgaan om hun menselijk gezicht te tonen en de inheemse bevolking te verleiden. Zij verspreiden brochures in hun Info Point met eindeloze reproducties van gele sterren op een blauwe achtergrond en de vlaggen van de aangesloten landen op glanzend papier. Zij organiseren volksfeesten met spectaculaire verlichtingen op de voorgevel van het Europees Parlement. Ze zijn van plan een museum te openen gewijd aan hun eigen glorie. Eenmaal per jaar nodigen zij gewone mensen uit om de Europese democratie te ervaren door een bezoek te brengen aan de zetel van de instellingen, een unieke gelegenheid om over hetzelfde tapijt te lopen en aan dezelfde tafels te zitten als Europese beleidsmakers, Ontroerende voorlichtingsfilms te zien over de deugden van de Unie, in alle talen nagesynchroniseerd door de warme stemmen van tolken met ervaring in simultaanvertaling, en zelfs te proeven van het heerlijke eten tegen bodemprijzen in de restaurants van Sodexho die de rest van het jaar niet toegankelijk zijn, dit alles terwijl men cadeaus voor het hele gezin ontvangt: tassen, potloden en opblaasbare ballonnen in Europese kleuren… Wat willen de mensen?

Maar clichés zijn moeilijk te doorbreken en er is geen gebrek aan slechte tongen om ze in stand te houden. Zo horen we vaak de klacht dat Brussel in de wereld het imago heeft gekregen van een soort bureaucratische vesting die het Kremlin waardig is; dat de stedenbouwkundige regels zijn afgestemd op de vestiging van Europese kantoren; dat de koopkracht van de Europeanen, die veel hoger ligt dan het gemiddelde van de inwoners, bijdraagt tot de stijging van de huurprijzen en huisvesting ontoegankelijk maakt voor de Brusselaars; enz. Sommige aanhangers van ideologieën uit een ander tijdperk gaan zelfs zover te insinueren dat de eurocraten hun privileges verdedigen (salarissen, voordelige pensioenen, preferentiële fiscale behandeling, enz.), terwijl hun ondoorzichtige en antidemocratische instellingen verantwoordelijk zijn voor de huidige bezuinigingen en dus voor de vernietiging van het ambtenarenapparaat in de lidstaten.

Om « doeltreffend terug te vechten » tegen deze stroom van snauwerig gewauwel, roepen de Europese handelsorganisaties « alle belanghebbenden bij het hervormingsproces van de EU op om [leur] Het Europees Parlement en de Raad van Europa moeten « de grootst mogelijke discretie betrachten in hun communicatie met de pers om te voorkomen dat de media allerlei beweringen verspreiden die gebaseerd zijn op overhaaste en slecht gedocumenteerde generalisaties, die later zouden kunnen worden uitgebuit door populistische organisaties die als enige motivatie hebben het imago van Europa te bezoedelen ». Met andere woorden, het is beter om niet te veel te praten over de lopende onderhandelingen over de salarissen van de Europese ambtenaren, anders « zullen er in de volgende fase slachtoffers vallen ».

Hun analyse sluit aan bij die van de overheden: de integratie van de Europese instellingen in Brussel is perfect geslaagd en staat symbool voor de nabijheid die de Unie bij haar burgers cultiveert. Als er een probleem is, is het hooguit een kwestie van communicatie. De mensen in Brussel zijn slecht geïnformeerd. De gezamenlijke inspanningen van de politie en de communicatiediensten van de Unie zullen dit zeker verhelpen…

Gwenaël Breës

Espace membre

Leden