DEMOCRATISCH EUROPA OF DE GROTE TRANSATLANTISCHE MARKT? OP HET KRUISPUNT

De onderhandelingen over het Transatlantisch Handels- en Investeringspartnerschap (TTIP) lijken met de Europese verkiezingen deels uit de anonimiteit te zijn gekomen. 

Meer en meer mensen in België en elders zijn nu tenminste op de hoogte van hun bestaan. Hun inhoud daarentegen blijft een veel minder gedeeld stuk informatie: « een zekere mate van vertrouwelijkheid is noodzakelijk », blijft de Commissie beweren. Deze vertrouwelijkheid is echter variabel: sommige passages van door CEO verkregen documenten werden gecensureerd omdat zij details bevatten over de onderhandelingsposities van de Europese Unie (EU). Het probleem is dat deze documenten gericht waren aan bedrijfslobby’s, waaruit blijkt dat de Commissie voor het publiek verborgen houdt wat zij aan het bedrijfsleven geeft. Het argument dat door sommigen wordt gebruikt om dit te verdedigen is dat handel meer te maken heeft met zaken dan met NGO’s. Hoe zit het met de slachtoffers van de handel? 

Inmiddels, aan het eind van de 5e onderhandelingsronde, lijkt men tot de kern van de zaak te zijn doorgedrongen: de onderhandeling. U laat uw strengere wetgeving inzake financiële diensten vallen en ik breng mijn sanitaire normen op één lijn met de uwe, tenzij u liever hebt dat ik uw zachtere normen inzake chemicaliën overneem en u in ruil daarvoor uw lokale voorkeuren inzake lokale aanbestedingen opblaast? Of zijn we het erover eens dat ieder van ons de normen van de ander thuis moet erkennen? Dat soort. Het doel blijft, zoals altijd, het « openstellen » van de « markten », want « dat is goed voor de groei en de werkgelegenheid ». Amen. 

Er is één onderwerp dat iets gevoeliger ligt dan de andere: dat van de internationale arbitragetribunalen, die reeds in deze kolommen zijn genoemd en die investeerders die zich benadeeld voelen door nieuwe overheidsvoorschriften in een derde land het recht zouden geven om dat land voor dit soort particuliere tribunalen aan te vallen. Dat wil zeggen: drie internationale bedrijfsjuristen, één gekozen door de eiser, één door de aangevallen staat, en één door beiden samen. En de beslissingen die deze drie advocaten nemen, zullen bindend zijn zonder beroep, en de rechtsorde van een heel land terzijde schuiven. Het aantal gevallen heeft de laatste jaren een hoge vlucht genomen, met meer dan 50 per jaar in 2012 en 2013. 

De bezorgdheid neemt toe naarmate deze mechanismen bekender worden bij het grote publiek — en bij beleggers… — heeft de Commissie een grote openbare raadpleging georganiseerd en uitgelegd dat zij dit aspect van de onderhandelingen in afwachting van de resultaten daarvan opschortte. Maar dit is het punt: hoewel het overleg nog gaande is, is dit specifieke punt besproken tijdens de onderhandelingen van half mei in Washington. Desgevraagd heeft de Commissie zich niet in verlegenheid gebracht en zonder blikken of blozen geantwoord dat er sprake was van een misverstand: er was nooit sprake geweest van een pauze, hooguit van een vertraging… Kortom, zoals zo vaak neemt het Directoraat-generaal Handel van de Commissie de critici voor lief en gaat het op weg, vergezeld van een zwerm lobbyisten die de grootste bedrijven aan beide zijden van de Atlantische Oceaan vertegenwoordigen. 

Als goede parasieten van de macht, volgen de lobbyisten van het bedrijfsleven de macht, waar die zich ook bevindt, in de Commissie of elders. Een gelegenheid om te praten over hun werk met de lidstaten van de EU. De zeer bijzondere ontmoeting tussen Hollande, Merkel, Barroso en de leden van de ERT (Europese Ronde Tafel van Industriëlen, een vereniging van CEO’s van de 50 grootste Europese industriële ondernemingen) in februari jl. herinnert er zoals elk jaar aan dat de belangrijkste beslissingen in de EU altijd genomen worden door de staatshoofden en regeringsleiders (en met name die van de grootste landen).(1) De boodschap van de ERT was eenvoudig: het concurrentievermogen van de industrie moet de eerste zorg van de staten zijn, en alle andere overwegingen moeten daaraan ondergeschikt worden gemaakt. We moeten bijvoorbeeld geen doelstellingen voor de beperking van de CO2-uitstoot vaststellen die de industrie verhinderen om in 2020 20% van het Europese BBP te bereiken. Het is echter waarschijnlijk dat ERT deze discussie niet heeft verteld over deze nieuwe wetenschappelijke rapporten die zeggen dat op West-Antarctica een point of no return lijkt te zijn bereikt, dat gletsjers, sommige zo lang als Frankrijk, in het water beginnen te glijden en de zeespiegel met enkele meters zullen doen stijgen binnen 200 jaar, misschien eerder.(2)

Staten zijn niet alleen doelen. Zij worden, indien nodig, ijverige lobbyisten voor hun respectieve « nationale kampioenen ». Dit is momenteel met name het geval bij de banken, met de grote manoeuvres rond de Bankenunie, een belangrijke ontwikkeling in het toezicht op de banken in Europa, aangezien het toezicht op de grootste banken zal worden « gefederaliseerd », gecentraliseerd bij de Europese Centrale Bank. Maar ook met de voorstellen van de Commissie om bankactiviteiten te « scheiden », d.w.z. retailbankieren (leningen aan particulieren en bedrijven) te scheiden van investeringsactiviteiten (speculatie op financiële markten) om te voorkomen dat de belastingbetaler opdraait voor de rekening van speculanten (het beroemde « moral hazard », waarbij speculanten alle risico’s kunnen nemen met de zekerheid gered te worden omdat een faillissement van hun bank de hele economie in gevaar zou brengen). Zo hebben we Franse, Britse en Duitse diplomaten gezien die de kantoren van EP-leden belegerden om de belangen van hun respectieve nationale banken te verdedigen; of een Franse socialistische minister van Economische Zaken (Moscovici) die felle kritiek uitte op de voorstellen van de Commissie op dit gebied, die nochtans waren voorbereid door de Franse UMP Michel Barnier, met het argument dat ze de Franse economie in gevaar zouden brengen! Moscovici is inmiddels zijn ministerschap kwijt en hoopt door Frankrijk te worden voorgedragen als commissaris in de volgende Europese Commissie, na de Europese verkiezingen. 

Er zouden vaker verkiezingen moeten worden gehouden, al was het maar om het effect dat zij hebben op de leden van het Europees Parlement, die de afgelopen maanden bijzonder gevoelig zijn geweest voor de publieke opinie. Een herinnering aan de buitenwereld die sommige mensen een wereld van goed doet na jaren doorgebracht te hebben in een half ingestorte staat, handelend (voor degenen die echt werken) met zeer technische dossiers, belangrijke maar weinig zichtbare politieke strijd leidend, permanent omringd door professionele manipulators… Deze band met de buitenwereld, het feit dat de verkozenen werkelijk de belangen van hun kiezers verdedigen, moet worden verdedigd: sommige leden van het Europees Parlement bekleden een baan parallel met hun mandaat, met het risico van belangenconflicten (dit is met name het geval voor bedrijfsjuristen die bedrijven adviseren), of wachten niet lang alvorens lobbyist te worden na afloop van hun mandaat. Dit roept de vraag op wanneer ze eigenlijk zijn aangenomen…(3) Echte regulering van belangenconflicten ontbreekt nog op Europees niveau, maar intussen blijft stemmen een van de weinige manieren om invloed uit te oefenen op de enige EU-instelling die, bij tijd en wijle, de belangen van de meerderheid van alle Europese burgers behartigt. Hoewel er geen sprake van kan zijn de democratie te beperken tot het uitbrengen van een stem, moet toch worden gezegd dat onthouding de lobbyisten in de kaart speelt. 

Martin Duif

Notes et références
  1. The Permanent Liaison: how ERT and Business Europe set the agenda for the EU Summit, Corporate Europe Observatory, 20 mars 2013, corporateeurope.org
  2. Global warming: it’s a point of no return in West Antarctica. What happens next ? www.theguardian.com
  3. The MEPs who became corporate lobbyists, Corporate Europe Observatory, 31 mars 2013 

Espace membre

Leden