Op 5 en 6 mei hebben wij in Brussel een conferentie georganiseerd over het thema van de crisis in Europa, « De EU in crisis — analyse, verzet en alternatieven voor het corporatieve Europa ». Het voorwendsel was de 15e verjaardag van CEO (Corporate Europe Observatory), maar in werkelijkheid trachtten wij een programma op te zetten dat de kernproblemen zou aanpakken:
— de structurele tekortkomingen van de eurozone, een monetaire unie zonder coördinatie of harmonisatie van het begrotings- en fiscaal beleid, die heeft geleid tot een toenemende divergentie tussen de economieën van de zone, en met name tot een toename van de tekorten op de handelsbalans van de zuidelijke landen ten opzichte van die van de noordelijke landen. Deze werden gecompenseerd door bankleningen… van de Zuid-Europese landen aan de banken van de noordelijke landen;
- het opleggen door de EU (met name Duitsland en Frankrijk) van bezuinigingsmaatregelen die de crisis verergeren in plaats van haar te bedwingen, en het gebruik van technocratische mechanismen (het « six-pack ») voor de coördinatie van het nationale begrotingsbeleid die ongekozen besluitvormers (met name de Commissie) vergaande bevoegdheden geven om in te grijpen in bijna alle sectoren van het economische leven;
- privatiseringen die worden opgelegd aan landen die « steun » ontvangen van de Trojka (bestaande uit de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank en het Internationaal Monetair Fonds), met inbegrip van essentiële openbare diensten zoals gemeentelijke waterdiensten (het nationale waterbedrijf in Portugal zal worden verkocht, evenals de waterdiensten van de Griekse steden Athene en Thessaloniki);
- de produktivistische impasse van het huidige produktie- en consumptiemodel in Europa, die elk vooruitzicht op een terugkeer naar een Keynesiaans « gouden tijdperk » illusoir maakt — wat niet wil zeggen dat we de beste verworvenheden ervan niet moeten verdedigen, te beginnen met de sociale rechten en de openbare diensten;
- de mate waarin het bedrijfsleven invloed uitoefent op de EU en met name op de Commissie: het bestuursmodel dat is ingevoerd door het « Europees Semester », de voorafgaande bestudering op Europees niveau van de nationale begrotingen voordat deze door de nationale parlementen worden goedgekeurd, was reeds aangekondigd in een verslag van de Europese Rondetafel van industriëlen (ERT) van… 2002.
Alle presentaties van de conferentie zijn online beschikbaar op(1). Die van onze collega Erik over de invloed van het bedrijfsleven op de reactie van de EU op de crisis(2)van econoom en universiteitsprofessor Trevor Evans over de onevenwichtigheden die door de eurozone(3)Een verslag van de Portugese econome Mariana Mortágua over de dwaasheid van het aan haar land opgelegde bezuinigingsbeleid, dat de recessie verergert, de schuldenlast vergroot en het nog onwaarschijnlijker maakt dat deze ooit zullen worden terugbetaald(4)en anderen, hebben hun stempel gedrukt. Het publiek, ongeveer 250 mensen, kwam uit heel Europa, en de feedback lijkt erop te wijzen dat zij net zo genoten hebben als wij. Het begin van een pan-Europees netwerk tegen bezuinigingen? Het is moeilijk te zeggen, en in ieder geval gaat een dergelijke onderneming de mogelijkheden van één enkele organisatie ver te boven. In de reeks essays die voorafgaand aan de conferentie zijn besteld om het debat te informeren(5), is het vermeldenswaard het (lange) artikel van voormalig EUObserver-journalist Leigh Philipps in Brussel, die een indrukwekkend overzicht heeft geschreven van het verzet tegen het bezuinigingsbeleid in de verschillende lidstaten van de EU(6). Hieruit blijkt dat de bezuinigingen in Europa weliswaar gecentraliseerd zijn, maar de democratie, in de zin van een levendig tegensprekelijk publiek debat, niet. Nog niet?
Dit is het brandende vraagstuk van dit moment: kunnen we de EU democratiseren? De verschillen tussen de landen van het Noorden en het Zuiden worden steeds groter op een moment dat wederzijds vertrouwen meer dan ooit nodig is om te slagen. De komende Griekse verkiezingen op 17 juni en het Ierse referendum op 31 mei en de manier waarop de resultaten daarvan zullen worden ontvangen door de EU-leiders, die de afgelopen dagen intimiderende verklaringen hebben afgelegd tegen de kiezers in deze twee landen om hen aan te moedigen « verantwoordelijk » te stemmen, zullen ongetwijfeld deel uitmaken van het plaatje.
In afwachting van de afloop van de crisis blijven wij de politieke activiteiten bestuderen van degenen die de crisis hebben veroorzaakt: de banken. Uit ons nieuwe verslag, « Verslaafd aan risico »(7), blijkt dat zij niet zijn veranderd en hun winst blijven maximaliseren boven alle andere overwegingen. Het lijkt erop dat het « groei »-argument de overhand heeft gekregen op het « stabiliteit van de financiële markten »-argument, waarbij Europese politici zich op korte termijn zorgen maken over de gevolgen van de recessie… En de banken zijn in de bres gesprongen. De belastingbetalers zijn nog niet klaar met betalen.
Ook de klimaatverandering en de vernietiging van de biodiversiteit zijn aanhoudende crises. De Rio+20-conferentie nadert, en daarmee ook de discussies over de « groene economie », een concept dat door grote multinationals wordt gepromoot en in zijn huidige vorm berust op een eenvoudige grondgedachte: de natuur een prijs opleggen zal voorkomen dat zij door de markten wordt vernietigd. Het probleem is dat de redenering simplistisch is: door de natuur een prijs te geven, kan zij in de eerste plaats worden geprivatiseerd en vernietigd als de vernietiging ervan winstgevender is dan het behoud ervan. Het model voor zo’n « biodiversiteitsmarkt » bestaat al en de EU is er een groot voorstander van, want zij heeft het in het leven geroepen: de koolstofmarkten. Binnen tien jaar na hun oprichting zijn ze erin geslaagd om uit het niets een enorme speculatieve markt van €120 miljard per jaar te creëren… Dit heeft echter niet geleid tot meetbare emissiereducties(8).
Ramon Fernandez Duran, de metgezel van de CEO, die op 10 mei 2011 overleed, had deze crisissen zijn hele leven lang gevolgd. Hij liet voor zijn vertrek een boek achter dat wij in het Engels hebben vertaald: « The Breakdown of global Capitalism, 2000–2030 »(9). Hier is de presentatie van onze collega Belen, die hem goed kende:
« Dit boek is niet altijd makkelijk te lezen. Het confronteert de lezer met een dreigende en duistere toekomst. Toch drong Ramon erop aan dat het boek niet als pessimistisch moet worden gezien. Hij wilde ons voorbereiden op een immense verandering — niets minder dan de ineenstorting van de industriële beschaving. Het begin van het einde van fossiele brandstoffen is de kern van deze crisis. [..]
In de laatste jaren van zijn leven bestreed Ramon kanker op dezelfde manier als hij geleefd had: met moed, liefde en vastberadenheid. Deze tekst belichaamt ten dele zijn politieke en ideologische nalatenschap en is een laatste afscheid.
Martin Pigeon,
voor Corporate Europe Observatory
27 mei 2012