Als we onze kinderen willen voeden, moeten we eerst ons land beschermen

De beweging Terre-en-Vue « wil de toegang tot de grond vergemakkelijken, om de landbouwers te helpen agro-ecologische projecten met de burgers op te zetten en te ontwikkelen… Zij steunt projecten die sociaal, ecologisch en economisch duurzaam zijn: projecten die de bodem nieuw leven inblazen, het landschap en het evenwicht van de ecosystemen respecteren. Samengesteld uit een vzw, een coöperatie en binnenkort een stichting, staat Terre-en-vue met beide benen op de grond, heeft duidelijke ideeën en de middelen om ze uit te voeren. Interview met Zoé Gallez en Maarten Roels, twee van de initiatiefnemers

Kairos:
Hoe is Terre-en-Vue ontstaan, wat waren de verschillende stadia die u tot dit punt hebben gebracht?

Maarten: Een van de belangrijkste elementen in het ontstaan van het initiatief was de vorming van een groep jongeren, de groep « Reclaim the fields », die voorstelde het land te kraken om te laten zien dat het een gemeenschappelijk goed is. Een veertigtal mensen kwam bijeen op initiatief van Kari Steven, medeoprichtster van de vzw « le Début des Haricots »(1). Tenslotte hebben wij besloten te kiezen voor een strategie door een platform te vormen voor alle verenigingen die de boerenlandbouw willen ondersteunen. Twee belangrijke gebieden werden geïdentificeerd: zaaigoed en toegang tot land. Al snel werd een « zadenruil » georganiseerd in het Huis van de Cultuur in Molenbeek, die een groot succes werd. Wij hebben toen gezegd dat wij dieper moesten nadenken over de kwestie van de toegang tot land en concrete voorstellen moesten doen: wij moesten een instrument creëren waarmee wij land konden verwerven, in plaats van het te kraken.

Kairos:
Waarom?

Marteen:
Er moest structureel worden gereageerd, zodat in de toekomst meer acties konden worden ondernomen. We wilden ons laten inspireren door de Terre de liens-beweging, die eind jaren negentig in Frankrijk ontstond en waarvan we een van de oprichters, Sjoerd Wartena, hadden ontmoet. Begin 2011 kwam een kleine groep voor het eerst bijeen op CREDAL(2), met Jérôme Rassart die voordien werkte bij CRABE(3). GASAP’s(4) kwam bij ons met Anaïs Le Troadec, coördinator van het netwerk, die ik ook vertegenwoordigde, evenals het Begin van de Bonen, de MAP (boerenactiebeweging)(5) met Thomas Lauwers, en daarna Zoé die Thomas ontmoette voor een gezamenlijke lezing van Tim Jakson over welvaart zonder groei (lacht). Ho-chul vertegenwoordigde Agricovert(6), een netwerk van coöperatieve boeren die zich organiseren om hun producten samen rechtstreeks te verkopen.

Deze actoren vertegenwoordigden drie niveaus: toegang tot de markt via de GASAP-netwerken, toegang tot kennis met CRABE en de FUGEA-vakbonden(7) en MAP, en toegang tot kapitaal met CREDAL. Deze drie assen vormen de sterkte van het netwerk.

We hebben ook ontmoetingen gehad met de groep die hetzelfde soort project in Vlaanderen uitvoert, bestaande uit vier partners: Land-in-zicht (letterlijke vertaling van Terre-en-vue), een non-profitorganisatie die ook een stichting heeft die eigenaar zal worden van twee boerderijen; het CSA-netwerk (Community Support Agriculture); Landwijzer vzw, de Nederlandstalige tegenhanger van CRABE; en het CDO (Centrum voor Duurzame Ontwikkeling aan de Universiteit Gent).

Kairos:
Het is een geweldig netwerk!

Zoë: Ja, het beweegt aan alle kanten. De opbouw van het initiatief wordt voortgezet met een zeer geslaagde bijeenkomst op 6 mei 2011 in Namen. Daarnaast heeft een ander project ons vooruitgeholpen, namelijk een aankoopgroep in Rochefort, die is ontstaan uit de constatering dat hun producent niet in staat was volledig van zijn landbouwactiviteit te leven omdat hij niet over voldoende grond beschikte. Jean Vander Elst beseft dat er grond in de buurt is die kan worden aangekocht, maar hij kan het niet alleen doen. Vervolgens stelt hij zijn groep voor een collectieve aankoop te doen. En dan, verrassing: na een paar weken verzamelde hij een som geld (60.000 euro) waarmee hij drie stukken grond kon kopen in plaats van één.

De synergieën tussen de groep Rochefort en Terre-en-Vue waren duidelijk en Jean trad toe tot de groep Terre-en-Vue Dynamo. De Dynamogroep is de motorgroep, maar dan zonder de vervuilende motor!
(lacht)

Kairos:
Kunt u ons meer vertellen over de problemen bij de toegang tot land in België?

Maarten: Het is heel ernstig, elke week verdwijnen er 41 boerderijen. Als het zo doorgaat, zijn er over 130 jaar geen boerderijen meer. Als we een onderscheid maken naar de grootte van de bedrijven, zien we twee groepen: de ene, de enige die groeit, is die van de « megabedrijven » met een oppervlakte van meer dan 50 hectare, en de andere, die in vrije val is, bestaat uit de kleine bedrijven, van minder dan 5 hectare. Een andere vaststelling: elke week verlaten 64 landbouwers hun baan zonder door nieuwe te worden vervangen, wat betekent dat er gewoon banen verdwijnen. Op het niveau van de grond wordt per week 240 hectare aan het landbouwgebruik onttrokken (het equivalent van 330 voetbalvelden); dit is grond die wordt gebruikt voor iets anders dan landbouw (wonen, recreatie, enz.). Dit is een rechtstreeks verlies voor de Belgische capaciteit inzake voedselsoevereiniteit.

Zoé: Dit is niet algemeen bekend, maar de gegevens zijn openbaar, op de website van de Federale Overheidsdienst Economie(8).

Marteen: Ja, dit zijn statistieken waar iedereen bij kan, maar niemand vraagt ernaar. Hoewel voedsel de basis is van ons overleven, stellen wij ons deze vragen niet om één belangrijke reden: er is een schisma tussen de steden waar wij consumeren en het platteland waar wij produceren. Men vraagt niet eens naar de levensomstandigheden van degenen die in de landbouw werkzaam zijn. Ze gaan naar de winkel en kiezen producten. Zij zien slechts één aspect van een veel complexere werkelijkheid. Wij maken onszelf wijs dat wij ons in een wereld van overvloed en veiligheid bevinden, maar wij bevinden ons in een situatie van enorme kwetsbaarheid en volledige afhankelijkheid.

Kairos:
Waar denkt u dat deze kwetsbaarheid mee samenhangt, afgezien van de afhankelijkheid van olie?

Marteen: Het is waar dat de afhankelijkheid van olie enorm is. Er is ook de link met de internationale markt: als wij in staat zijn de Belgische markt te vullen met producten van de andere kant van de wereld, dan is dat omdat de prijs van het vervoer zeer laag is, omdat er in de landen van het Zuiden geen grondbeheerbeleid is, omdat westerse bedrijven duizenden hectaren grond kunnen kopen voor 50 euro per jaar. Sommige Amerikaanse universiteiten investeren in de aankoop van land in Ethiopië. Dit neokolonialistische beheer van de toegang tot land maakt het mogelijk de omvang van de landbouwbedrijven te vergroten, intensieve monoculturen te telen en de prijzen te verlagen, waardoor alleen de grote bedrijven een kans krijgen. De enige oplossing die kleine boeren hebben is kortsluiting (verkoop van boerderijen, gasap), maar dit wordt in de scholen voor landbouwkunde helemaal niet gepromoot.

De meeste landbouwers die hun studies beëindigen, houden geen rekening met deze mogelijkheid, zij zien het eerder als een hinderpaal dan als een hefboom. Hierdoor worden veel tussenpersonen vermeden en kunnen de prijzen worden vastgesteld op basis van de productiekosten en niet op basis van een markt die deze bepaalt.

Zoé: Op alle niveaus is er nog ruimte voor verbetering, want zelfs in de GASAP’s baseren sommige producenten hun prijzen op de marktprijzen; zij schamen zich om prijzen te vragen die overeenkomen met hun werkelijke kosten.

Marteen: Op het opleidingsniveau van de beroepsbeoefenaren moeten we verloren kennis terugwinnen, bijvoorbeeld met geschriften zoals die van Fukuoka(9) over no-till landbouw. Het gaat om respect voor het land, maar het is ook een visie waarbij je zo weinig mogelijk probeert te doen en gebruik maakt van natuurlijke voortplantingscapaciteiten zodat de productiekosten omlaag gaan. In wezen doen we in de landbouw veel dingen die niet nodig zijn, alleen omdat het geld oplevert voor een andere bedrijfstak, of dat nu chemie of mechanisatie is.

Het gaat er echter niet om de mechanisering volledig af te schaffen, het gaat er alleen om dat een aantal dingen kunnen worden weggelaten. Maar we zitten in een maatschappij waar minder produceren tot schuld leidt.

Kairos:
U raakt aan de pijlers van onze productivistische samenlevingen: grote oppervlakken, intensieve landbouw, chemicaliën… wat verwacht u van de overheid?

Regeringen worden gekozen door het volk. Net zoals burgers de overheid moeten uitdagen, moet de overheid haar rol als tegenwicht tegen industriële lobby’s spelen. Daarom willen we de overheid bij ons project betrekken. Het Franse voorbeeld toont aan dat een vruchtbare samenwerking, vooral met de gemeenten, mogelijk is.

Kairos:
Heeft u een voorkeur voor een bepaald politiek niveau?

Maarten: Elke schaal heeft zijn belang. Elk niveau moet zich bewust zijn van de kracht van de anderen. Nu proberen we bijvoorbeeld vaak lokale problemen op een hoger niveau op te lossen, maar dat is niet mogelijk. Als je je schaal te buiten gaat, creëer je starheid, iedereen wil ingrijpen, het werkt niet. Biodynamica is hier een grote bron van inspiratie. Deze homeopathie van de bodem zal ons in staat stellen actoren te zijn op het niveau van de aarde, maar ook op politiek niveau. Het principe van de biodynamiek bestaat erin preparaten te maken die op de bodem worden gesproeid om deze in een ideale minerale balans te brengen. Wij gaan hetzelfde doen op politiek niveau, d.w.z. wij gaan politieke visies en praktijken ontwikkelen door te trachten de politici erbij te betrekken, zodat zij de verhoudingen tussen de verschillende niveaus wijzigen. Respect voor het gemeengoed vereist een bezinning op de organisatievormen.

Kairos:
Hoe werkt Terre-en-Vue?

Zoé: Er zijn twee takken: de vzw en de coöperatie. De vereniging zorgt voor de hele beweging: animatie, politieke bevraging, bewustmaking — opleiding, begeleiding, belangenbehartiging. Er zullen banen worden gecreëerd op basis van overheidsfinanciering. Het startkapitaal van de coöperatie, dat reeds 12.000 euro bedraagt, werd bijeengebracht door de vzw en de andere oprichtende verenigingen. We hebben het heel snel gekregen: in één week tijd hadden we 6.000 euro aan donaties voor de vereniging, wat zeer bemoedigend is.

De coöperatie zal de investeringen van de belangstellenden kunnen ontvangen, zonder mogelijke speculatie, dus zonder kapitaalwinst, dividenden, enz., het zal geld zijn dat wordt gebruikt om land te kopen, om ons erfgoed, ons voedsel, te beschermen. De coöperatie zal geen werknemers hebben. De middelen om grond te verwerven zijn regionaal, d.w.z. de coöperatie kan in de hele regio aankopen doen, maar idealiter zouden we telkens een beroep willen doen op een plaatselijke dynamiek, zodat ten minste de helft van de aankoop van een stuk grond wordt gefinancierd door mensen die rechtstreeks contact hebben met de begunstigde landbouwer (hetzij omdat zij in de buurt wonen, hetzij omdat zij zijn produkten consumeren).

Bovendien zal een stichting worden opgericht om de landlegaten te ontvangen die de coöperatie niet kan ontvangen.

Kairos:
Welke moeilijkheden ondervindt u eventueel?

Maarten: Eigenlijk hebben we heel wat verwachtingen gecreëerd. Nieuwe boeren willen zich vestigen, wachten op land. Helaas wordt veel grond openbaar verkocht en in dat geval moeten wij van tevoren weten hoeveel wij kunnen inbrengen, wat helemaal niet gemakkelijk is als reactie op een collectieve beweging als de onze. Openbare verkopen trekken uiteraard speculanten aan die grond kopen tegen prijzen die de waarde ervan overschrijden. De crisis en de Dexia-affaire hebben er bijvoorbeeld toe geleid dat gemeenten veel grond hebben verkocht aan particuliere ondernemingen. Het is niet overdreven om te spreken over de herinrichting van ons platteland.

Kairos:
We hebben al een idee van het soort samenleving dat u voorstaat.
Hoe positioneert u zich bijvoorbeeld ten opzichte van het bezwaar tegen groei?

Zoé: Ons model is een afnemend, alternatief model, en een van de hoofddoelstellingen is de overproductie een halt toe te roepen. Ons doel met Terre-en-vue is om deze essentiële vragen samen opnieuw op te eisen.

Kairos:
Is er een boodschap die u aan de lezer wilt overbrengen?

Zoé: Ja, iedereen heeft een plaats in de Terre-en-vue beweging: door geld te schenken, door deel te nemen aan een lokale groep, door naar onze forums te komen… maar vooral door na te denken over de manier waarop ze eten, door op lange termijn te denken. Als we onze kinderen willen voeden, moeten we eerst ons land beschermen.

www.terre-en-vue.be

Interview door JBG en Alexandre Penasse

Notes et références
  1. www.haricots.org
  2. « Coopérative de crédit alternatif soutenant des projets sociaux qui n’ont pas accès au crédit bancaire en Wallonie et à Bruxelles » www.credal.be
  3. Coopération, Recherche et Animation du Braban Wallon de l’Est, www.crabe.be
  4. Groupe d’Achat Solidaire de l’Agriculture Paysanne, www.gasap.be
  5. www.lemap.be
  6. www.agricovert.be
  7. Fédération Unie de Groupements d’Eleveurs et d’Agriculteurs. www.fugea.be
  8. Voir par exemple : http://statbel.fgov.be/fr/binaries/keyagr_fr_tcm326-133838.pdf
  9. La révolution d’un seul brin de paille. Une introduction à l’agriculture sauvage. Masanabu Fukuoka, Editeur Guy Tredaniel pour la trad. Franç., 2005

Espace membre

Leden