AANVALLEN OP HARTEN EN GEESTEN

Illustré par :

 » Wij leven in een nogal onaangename wereld, waarin niet alleen de mensen, maar ook de gevestigde machten er belang bij hebben ons droevige affecten over te brengen. Droefheid, droevige affecten zijn al die dingen die onze kracht om te handelen verminderen. De gevestigde machten hebben ons verdriet nodig om slaven van ons te maken. De tiran, de priester, de zielenpikkers, moeten ons ervan overtuigen dat het leven hard en zwaar is. De machthebbers hoeven ons niet zozeer te onderdrukken als wel angstig te maken… » Gilles Deleuze, 1977. 

22 maart. Niets van wat ons vandaag overkomt is een verrassing. En waarschijnlijk ook niets dat volgt. Naast het verdriet, de woede en de angst die ons overweldigen, is het gevoel van hulpeloosheid dat dit soort drama’s telkens weer oproept misschien nog wel het ergste. Juist omdat het zo voorspelbaar was, omdat er niets wordt ondernomen om de loop der dingen te veranderen, omdat afgezien van de gekken die zich midden in de menigte opblazen en voldoende talrijk zijn om ons niet aan het eind van de gruwel te laten staan, de gekken die ons regeren geen seconde van plan zijn hun beleid ter discussie te stellen, een einde te maken aan hun oorlogen en hun onschuldige dagelijkse slachtoffers, die best goed uitkomen zolang ze ver van ons afstaan, onzichtbaar, naamloos en gezichtsloos zijn. Ook denken deze brandweerlieden niet na over de sociale onrechtvaardigheden in onze samenleving. Integendeel, zij sporen ons aan niet na te denken, enkel te handelen op basis van emotie en wraak, de escalatie voort te zetten totdat « oorlog » niet langer een woord is dat in een koekjesdoos wordt gebruikt, maar een realiteit die zich werkelijk overal zal hebben verspreid en onze samenlevingen diepgaand zal hebben veranderd. 

24 maart. Al twee dagen lang is de mediastroom onafgebroken. Ik logde in bij het minste geluid van helikopters en politiesirenes. Daarbij werd ik herinnerd aan de tijd van de moorden in Waals-Brabant in het begin van de jaren tachtig en de psychologische gevolgen daarvan. Als kind was ik geschokt, maar niet getraumatiseerd. Dat waren andere tijden: internet bestond nog niet en televisiezenders onderbraken hun programma’s niet non-stop om informatie uit te zenden. Je moest wachten tot het einde van de film om een speciale flits te krijgen. De moorden waren willekeurig, onvoorspelbaar, dicht bij huis, maar er was een manier om de dingen in perspectief te plaatsen. Vandaag de dag wordt het trauma van de aanslagen grotendeels versterkt door de behandeling in de media. Geïnformeerd zijn houdt in dat men zijn hersens confronteert met een permanente live verslaggeving, met de afwezigheid van een terugblik en analyse, met sensatiezucht, met ongeverifieerde informatie die rondgeslingerd wordt zonder zelfs maar het voorwaardelijke te gebruiken. Om nog maar te zwijgen van de onderbemiddeling van belangrijke gebeurtenissen zoals de schandalige overeenkomst met Turkije (die de facto een einde maakt aan het asielrecht en de positie van Europa als belegerd fort versterkt), waarvan de implicaties grotendeels zijn overschaduwd door de jacht op de verdachten van de aanslagen in Parijs en Brussel. 

Als we de sirenes en helikopters niet kunnen uitschakelen, is het een kwestie van geestelijke gezondheid geworden om ons op zijn minst te onttrekken aan de voortdurende stroom van nieuwssites, tv, sociale netwerken en hun angstopwekkende effecten. Behoefte aan respijt, afstand, om zichzelf goed te doen, om weer te kunnen handelen en dat te doen, om elkaar « in het echt » te zien en te spreken. 

2 april. Naar de Beurs gaan voor een anti-racistische manifestatie, een week nadat 400 voetbalfans onder leiding van enkele neonazi’s door dezelfde plaats paradeerden en op dezelfde dag dat een extreem-rechtse groep een demonstratie in Molenbeek aankondigde. Om te vernemen dat alle betogingen vandaag verboden zijn in het Brussels Gewest. Om ter plaatse een politiemacht te ontdekken die veel groter is dan de som van de potentiële betogers, toeschouwers, toeristen en mensen die zich verzameld hadden voor de spontane herdenking voor de trappen van de Beurs. De voorzitter van de Liga voor de Rechten van de Mens werd gearresteerd alleen omdat hij er was. Dat is gedaan. 

Gefilmd door politieagenten in burger. Ze zeiden dat je weg moest gaan. Voldoen. Ga naar een café in de buurt, ga op het terras zitten, neem een drankje. Getuige zijn van de soms gewelddadige arrestaties van tientallen mensen die zich vreedzaam gedroegen, niet met spandoeken zwaaiden of slogans scandeerden. Dat is gedaan. 

De politie omsingelt het terras van het café, terwijl ze de extreem-rechtse activisten die zich op het terras van de tegenoverliggende Ierse pub hadden verzameld, met rust laat. Zoek een schuilplaats in het café. Klanten werden gecontroleerd op identiteit, sommigen werden meegenomen naar de toiletten om gefouilleerd te worden, en vervolgens werden bijna allen geboeid met halsbanden en gearresteerd. Dan zien we politieagenten het café binnenkomen en mensen arresteren die rustig zitten te drinken. Om aan dit alles te ontsnappen net zo willekeurig als anderen zijn gearresteerd… Dat is gedaan. 

De volgende dag zag ik de voorzitter van de Liga voor de rechten van de mens op de set van de openbare televisie, opgeroepen om zijn aanwezigheid op de beurs te verklaren en ervan verdacht een « publiciteitsstunt » te hebben georkestreerd door zich te laten arresteren, door journalisten die niets zeiden over de omstandigheden van deze arrestatie die nochtans tientallen andere personen betrof. Twee weken later werd bekend dat de voor dit besluit verantwoordelijke politiecommissaris, die zich ook bij tal van andere gelegenheden heeft onderscheiden wegens geweldpleging en massa-arrestaties van « linksen », voornemens was een klacht in te dienen tegen de voorzitter van de Ligue des droits de l’homme, die zich in zijn ogen schuldig had gemaakt aan het feit dat hij publiekelijk kritiek had geuit op zijn houding. Ook dat is gebeurd. 

Wat is de volgende stap? 

Gwenaël Breës

Espace membre

Leden