Wij zijn net terug van een studiereis naar Syrië, op uitnodiging van Adnan Azzam, schrijver en voorzitter van de Internationale Beweging voor de Soevereiniteit der Volkeren.
Wij gingen naar Damascus, Aleppo en Suwaita en zagen de rampzalige gevolgen van het embargo dat de Verenigde Staten en de Europese Unie de Arabische Republiek Syrië hebben opgelegd. De oorlog economisch voortzetten is gedoemd te mislukken, want het Syrische volk zal, verre van berustend, trouw blijven aan zijn tradities, cultuur en vrijheid.
Maar de levensomstandigheden van het Syrische volk worden steeds moeilijker door de verwoestende effecten van het embargo en de gevolgen van de recente aardbeving in het noorden van het land. Zuigelingen en kinderen zijn de eerste slachtoffers van economische sancties.
Gebrek aan medicijnen, voedsel, eerste levensbehoeften, elektriciteit en verwarming zijn het dagelijkse lot van het Syrische volk. We hebben gezien dat in Aleppo de levensomstandigheden voor de inwoners zeer moeilijk zijn. De recente aardbeving heeft de situatie alleen maar erger gemaakt.
- Hebben wij het recht om deze onduldbare situatie te laten voortduren zonder een wenkbrauw op te trekken?
- Hebben we het recht om weg te kijken zonder vragen te stellen?
- Hebben wij het recht ons niet uit te spreken tegen deze vervolging die al meer dan 10 jaar duurt?
- Hebben we het recht niet om onze leiders op te roepen om de onnodige doden te stoppen?
Hoewel de Amerikaanse en Europese sancties officieel geen betrekking hebben op humanitaire hulp, zijn de gevolgen ervan niettemin dramatisch, aangezien geen enkele bank of onderneming nog ziekenhuisapparatuur of medicijnen naar Syrië durft te exporteren uit angst voor Amerikaanse sancties. Deze laatste oefenen wettelijke extraterritorialiteit uit, waardoor alle betrekkingen met staten waarop een embargo rust zwaar worden bestraft. Tenslotte houdt deze situatie ook het — door de initiatiefnemers van het embargo bekende en berekende — risico in dat er op lange termijn min of meer ernstige onrust onder de bevolking ontstaat.
80% van de Syriërs leeft onder de armoedegrens. De voedselprijzen zijn met 133% gestegen. Wat er op Syrisch grondgebied gebeurt, is een misdaad tegen de menselijkheid.
Deze onaanvaardbare minachting voor het menselijk leven moet onmiddellijk ophouden. Frankrijk, het land van de mensenrechten, moet zijn roeping tonen en zijn humanistische waarden bevestigen.
Wij roepen plechtig op tot onmiddellijke stopzetting van het embargo dat het Syrische volk uithongert. Aan de nodeloze dood en het lijden van zuigelingen en kinderen moet ONMIDDELLIJK en PERMANENT een einde komen.
Ondertekenaars van deze tekst :
- Mr Adnan Azzam. Voorzitter van de Internationale Beweging voor de Soevereiniteit van Volkeren.Philippe Cuttat
- Generaal Dominique Delawarde
- Kapitein Pierre L. Plas
- Mr. Alexandre Garacotche
- Mevrouw Halima Merabet
- Mevrouw Dominique Mouillard
- Mr Ignace Lovel
- De heer Aïssa
- Mevrouw Geneviève Squifflet
- De heer Claude Janvier
- De heer Philippe Cuttat
Contact: mispdanslemonde@proton.me