Onnatuurlijke handdrukken in de Golan?

Illustré par :

De Golanhoogte… een fragment land, een bufferzone, die Israël en Syrië in 1974 na de Yom Kippoer-oorlog hebben toegezegd te zullen demilitariseren en die tussen 1974 en 2008 onder toezicht van VN-troepen stond, wat 43 mensen het leven heeft gekost. 

Het doornemen van de recente verslagen van de UNDOF (United Nations Disengagement Observer Force), aanwezig in het niemandsland tussen Israël en Syrië, is het betreden van een wereld waar herders vuurlinies kruisen, niet nader genoemde mannen om de beurt mijnen graven en doorgangsgebieden ontruimen, bommen uit de lucht vallen, burgers op de vlucht slaan, mannen hoofden afhakken… alle verschrikkingen van het dagelijks leven, dag na dag uitgedrukt in kille, beklemmende verslagen, onderbroken door oproepen tot zelfbeheersing. 

Een regio die wordt gescandeerd door internationale troepen die niet in staat zijn de botsingen te stoppen, niet tussen Israël en Syrië, maar tussen Syrische regeringstroepen, oppositietroepen en andere buitenlandse troepen die een van beide partijen steunen. Een scheidingslijn, een detail in de grote Syrische oorlog, met één bijzonderheid, de nabijheid van Israël. 

Als we de geschiedenis van de Syrische burgeroorlog nagaan, zien we dat een deel van het bewijsmateriaal in de loop van de tijd onjuist is gebleken. Het werd door de westerse mainstream media voorgesteld als een revolutie van de bevolking tegen het regime van Bashar al-Assad. Vanaf dat ogenblik hebben onafhankelijke journalisten evenwel gemeld dat buitenlandse militieleden naar Syrië kwamen om deel te nemen aan de strijd tegen het zittende regime en dat bepaalde staten oppositiebewegingen financierden. 

De tendens dat de oppositie voornamelijk uit burgers bestond die hun land alleen maar democratisch wilden maken, heeft lang standgehouden in het nieuws en in het discours van staatshoofden. Naarmate het aantal buitenlanders in de Syrische oppositiekrachten mettertijd toenam, werd het steeds moeilijker hun aanwezigheid geheim te houden; dit des te meer gezien het groeiende aantal Europese burgers dat besloot zich bij de strijd aan te sluiten. Thans wordt algemeen aanvaard dat de oppositiekrachten die nog in Syrië vechten, hoofdzakelijk bestaan uit radicale islamistische groepen (zoals Daesh en het al-Nosra Front). Het deel van de revolutionairen dat alleen verandering van regime wil, heeft allang begrepen dat democratie niet langer het doel van deze strijd is. 

Van de vele landen die Syrië omringen, is er één waarvan weinigen zouden vermoeden dat het de oppositie (die hoofdzakelijk uit religieuze moslimfundamentalisten bestaat) steunt, namelijk de staat Israël. Wie echter de moeite neemt de UNDOF-rapporten aandachtig te lezen, komt tot de ontdekking dat er enkele verontrustende elementen in zitten. Onder de vele incidenten die door VN-waarnemers zijn gemeld, zijn er enkele die een onverwachte betrokkenheid van Israëlische strijdkrachten aan het licht brengen die soms vragen oproept over de neutraliteit van zijn regering. Enkele van de incidenten die secretaris-generaal Ban Ki Moon aan de leden van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft overgebracht, zijn in het Frans beschikbaar op de UNDOF-website. 

Een eerste incident wordt beschreven in verslag S/2014/199 dat betrekking heeft op de periode van 4 december 2013 tot en met 10 maart 2014: 

« (…) Bij vele gelegenheden, met name tijdens gewelddadige confrontaties tussen de Syrische strijdkrachten en leden van de gewapende oppositie, is UNDOF getuige geweest van gewapende oppositieleden die gewonden overbrachten van de Bravo-sector(1) naar Israëlische strijdkrachten aan de andere kant van de wapenstilstandslijn.

In tegenstelling tot de andere gebeurtenissen die in de verslagen worden beschreven, zijn deze in één alinea samengebracht zonder dat het precieze aantal gebeurtenissen, de plaatsen waar zij plaatsvonden, de precieze data of de omstandigheden van de ontdekking ervan zijn medegedeeld. Het verschil in de manier waarop met deze informatie wordt omgegaan is opvallend wanneer men ziet met welke precisie andere, meer anekdotische gebeurtenissen worden gemeld. Deze specifieke verwijzing wordt echter pas daarna gevonden: 

« Op 17 januari heeft UNDOF Israëlische troepen in sector Alpha waargenomen terwijl zij drie personen overdroegen aan gewapende oppositieleden uit sector Bravo (…) ».

In het volgende uittreksel uit verslag S/2014/401 over de periode van 11 maart tot en met 28 mei 2014 worden 59 gebeurtenissen in een paar regels samengevat: 

« Bij 59 gelegenheden, met name tijdens gewelddadige confrontaties tussen Syrische strijdkrachten en leden van de gewapende oppositie, is UNDOF er getuige van geweest dat leden van de gewapende oppositie 89 gewonden uit Sector Bravo hebben overgedragen aan Israëlische strijdkrachten aan de andere kant van de staakt-het-vuren-lijn, en dat Israëlische strijdkrachten in Sector Alpha 19 behandelde en 2 overleden personen hebben overgedragen aan leden van de gewapende oppositie in Sector Bravo. 

De vermelding van 59 overdrachten van personen wordt onmiddellijk gevolgd door de vaststelling van de overdracht van twee zaken: 

« Bij één gelegenheid was UNDOF er getuige van dat Israëlische troepen in sector Alpha twee kisten overhandigden aan gewapende oppositieleden in sector Bravo (…) ».

Het niveau van organisatie en voorbereiding dat voor dergelijke overdrachten tussen Israëlische strijdkrachten en strijdkrachten van de Syrische oppositie vereist is, is zo hoog dat het gaat om verbindingen en communicatiemiddelen en een mate van wederzijds vertrouwen die voldoende is om het leven van hun manschappen in handen te leggen van hun vermeende vijand. Men kan zich alleen maar afvragen wat Israëls motieven zijn om de Syrische oppositie te steunen. Het is ook moeilijk te geloven dat Israël humanitaire motieven zou kunnen hebben. 

Men zou kunnen denken dat de Syrische burgeroorlog de aandacht van de twee landen naar elkaar zou hebben verlegd. Toch lijkt dit niet het geval te zijn, zoals wordt geïllustreerd door dit voorbeeld dat afkomstig is uit verslag S/2014/859 over de periode van 4 september tot en met 19 november 2014: 

« (…) In de ochtend van 23 september deelde de IDF aan de UNDOF mee dat het een vliegtuig van de Syrische luchtmacht had neergeschoten omdat het de wapenstilstandslijn had overschreden. VN-personeel heeft de straaljager niet over het scheidingsgebied zien vliegen of de wapenstilstandslijn zien overschrijden, maar heeft een explosie in de lucht waargenomen, gevolgd door vallend puin in een gebied ten oosten van Jaba in het scheidingsgebied aan de Bravo-zijde (…) ».

Als we weten dat Israël gewonde Syrische tegenstanders helpt, kunnen we ons afvragen of Israël wel neutraal is als het een Syrisch luchtmachtvliegtuig neerschiet dat boven een gebied in Syrië vliegt dat voor een groot deel door Syrische tegenstanders wordt gecontroleerd… 

Halau

Notes et références
  1. Le secteur Bravo est la zone de limitation du côté syrien.

Espace membre

Leden