FAVV: gezondheidsnormen helemaal niet normaal

Illustré par :

et FAVV (Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen) werd in 2000 opgericht in de nasleep van de dioxinecrisis in kippen en is verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van de nationale normen in de hele voedselketen. Om deze verschillende taken uit te voeren, heeft het agentschap een reeks verordeningen opgesteld. Op het eerste gezicht zou men kunnen zeggen dat dit een nobel voornemen is en dat noodzaak de wet is. De huidige praktijken van het FAVV roepen echter ernstige vragen op.

OP MAAT GEMAAKTE NORMEN VOOR EIGEN RISICO

Juridisch past het FAVV de wetten en voorschriften toe, die voor een groot deel afkomstig zijn van de Europese wetgeving en de besluiten van het EFSA, het Europees Agentschap voor de voedselveiligheid.

Het probleem is dat het huidige rechtskader bijvoorbeeld het massale gebruik toestaat van levensmiddelenadditieven, waarvan bekend is dat sommige giftig zijn, het bestralen van levensmiddelen, waarvan de onschadelijkheid ernstig in twijfel wordt getrokken, bestrijdingsmiddelen en soms GGO’s, waarvan de gezondheidsrisico’s nooit op geldige wijze door de genoemde autoriteiten zijn getest.

De invloed van industriële lobby’s op het democratisch proces is welbekend. De agro-industrie, die miljarden euro’s waard is en zaadcorporaties organiseert, die de wereld van chemicaliën (meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen), productie, verwerking en massadistributie domineert, slaagt erin de wetgeving in overeenstemming te brengen met haar belangen, haar belangen alleen.

In Frankrijk blijkt uit onderzoek van het Institut de Veille Sanitaire in maart 2011 dat « 90% van de Franse bevolking is besmet met organofosfaat-insecticiden en 80% met pyrethronoïde-pesticiden, met een gemiddeld gehalte aan metabolieten dat drie keer zo hoog is als dat in de Verenigde Staten en hoger dan dat in Duitsland.(1). Dit alles met de zegen van de gezondheidsdienst en de Franse wetgeving.

In het algemeen zijn de belangrijkste voedselverontreinigingen te wijten aan de productiemethoden: dioxinekip in België, gekke-koeienziekte in Europa, antibiotica-resistente dodelijke bacteriën in de VS, melaminemelk in China, e‑coli komkommer, enz. Deze ernstige risico’s voor de gezondheid van dieren, planten en mensen worden veroorzaakt door de agro-industrie.(2)

EEN HANDIG HYGIËNISME

Paradox? De agentschappen verscherpen hun voorschriften en controles, met de nadruk op bacteriën. De oude hygiënistische reflex om de microbe door de wetenschap te laten verdwijnen, een teken van de superioriteit van de mens en zijn rede over de gevaarlijke natuur die onderworpen moet worden? Het is ook gemakkelijk om zich op de periferie te concentreren terwijl het hart ziek is: in het ene geval moet de wetgeving worden herzien en moeten de belangen van de agro-industrie worden aangepakt, in het andere geval zijn het de kleine producenten die lijden…

De Belgische landbouwvakbonden hebben dus gewezen op de absurditeit van de jacht van het FAVV op bacteriën. Aan de ene kant, « In 1997 stierven 21 mensen in België aan Salmonellabesmetting. 19 van de 21 sterfgevallen betrof mensen ouder dan 65 jaar (11 daarvan waren ouder dan 80) »(3). Anderzijds« werden in 2005 in België in totaal 57.185 nieuwe gevallen van kanker vastgesteld », en wordt vastgesteld dat de toename van de kankerfrequentie niet kan worden verklaard zonder rekening te houden met de milieuverontreiniging, waaronder ook de voedselverontreiniging valt.

Waar moet de gezondheidsprioriteit van het Agentschap liggen? De vraag stellen is hem beantwoorden.

Als de « kleine producenten » deze irrationele situatie, die gevaarlijk is voor de volksgezondheid, aan de kaak stellen, komt dat ook omdat zij onderworpen zijn aan normen die totaal ongeschikt zijn voor hun praktijk.

DE NORMEN VAN HET AGENTSCHAP, ECHT NORMAAL?

Zij zien zich verpletterd door wettelijke beperkingen en zware, zelfs prohibitieve kosten. Om zijn producten op de markt te mogen brengen, moet de producent een erkenning van het FAVV krijgen, dat controles oplegt die door de producent zelf worden betaald. Net als de analysekosten in het geval van een kleine kaasproducent, vertegenwoordigt dit veel: 2.780 euro per jaar, of twee maandsalarissen. Dit is een moeilijk te nemen hindernis, vooral voor een jongere die een landbouwbedrijf wil overnemen en die daarvoor veel schulden zal moeten maken.

Dit is een nieuwe beperking, aangezien het agentschap sinds 2003 gemachtigd is om de voedselketen te controleren. Zijn er vóór die tijd, afgezien van de besmetting door dioxinekippen en gekke koeien, mensen massaal gestorven door het eten van landbouwproducten?

Toch is het agentschap overijverig bij de handhaving van zijn voorschriften en geeft het de voorkeur aan controle boven begeleiding. Kleine producenten staan onder grote druk: inspecteurs van het bureau kunnen besluiten een bedrijf te verzegelen als het niet voldoet aan bepaalde criteria die op variabele wijze worden toegepast — als gevolg van het streven van het AVP naar flexibiliteit — of zelfs om een gewas in beslag te nemen.

EEN GESTRUCTUREERD EN GEORGANISEERD ANTWOORD VAN DE BOERENLANDBOUW.

Verontwaardigd door de praktijken van het Bureau en gezien de onmogelijkheid om een constructieve dialoog met het Bureau tot stand te brengen, hebben MAP (Mouvement d’Action Paysanne) en FUGEA (Fédération Unie de Groupement d’Eleveurs et d’Agriculteurs), gesteund door Nature et Progrès en UNAB, de « actiecel kwaliteit » opgericht. « Deze groep heeft zich tot taak gesteld het verzet te organiseren van landbouwers in Wallonië die hun produkten zonder tussenpersonen (rechtstreekse verkoop) verhandelen of op de markt brengen en die aan onrechtmatige hygiënecontroles zijn onderworpen. Het heeft ten doel de diversificatie of instandhouding mogelijk te maken van verwerkings- en afzetactiviteiten in korte circuits op de landbouwbedrijven, de markten van de landbouwbedrijven en de openbare markten, de inkoopverenigingen (GAC-GASAP, enz.), alsmede de geleidelijke installatie van nieuwe landbouwers die steun nodig hebben. »(4)

De analyse van de situatie van de kleine producenten zelf heeft geleid tot zowel een classificatie(5) als het idee om een handvest op te stellen, het participatief garantiesysteem (PGS), waarmee een « boek van goede praktijken » kan worden opgesteld. Het uitgangspunt van dit voorstel om de toepassing van sanitaire normen te heroriënteren is dat van een « voedselsysteem dat gebaseerd is op soevereiniteit en betrokkenheid van de burger ».

ER ZIJN ANDERE NORMEN NODIG

Serge Peereboom, landbouwactivist, zegt: « Uitzonderingen op de door Europa vastgestelde en in nationale wetgeving omgezette gezondheidsnormen kunnen door de Lid-Staten worden vastgesteld. Dit is wat Oostenrijk, Spanje en Frankrijk hebben besloten te doen, met name om hun kleine ambachtslieden te beschermen. België heeft met deze mogelijkheid geen rekening gehouden. »

Het is niet duidelijk of de beleidsmakers naar de boodschap luisteren en actie ondernemen om de landbouw in België te beschermen.

Eén vaststelling springt echter in het oog als een ernstige uitdaging. De normen van het FAVV hebben een sterk negatief effect op « kleine » landbouwers. Een zodanig negatief effect dat het voortbestaan wordt bedreigd van juist die mensen die toch al onder grote druk staan en die een gezond en duurzaam landbouwmodel voorstellen en toepassen.

Men zou graag de laatste boeren afmaken, maar men zou het niet op een andere manier doen!

J.-B.G.

Notes et références
  1. Isabelle Sapora, Le livre noir de l’agriculture. Comment on assassine nos paysans, notre santé et l’environnement, Paris, Arthème Fayard, 2011, p.8.
  2. «A qui profite la sécurité sanitaire des aliments? Les profits des entreprises contre la santé des populations», Grain, mai 2011.
  3. SENAT DE BELGIQUE : Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique : Questions et Réponses Bulletin 3–54 Session De 2005–2006 Questions posées par les Sénateurs et réponses données par les Ministres [en ligne]. Disponible sur : http://www.senate.be/www/?MIval=/publications/viewPubDoc&TID=50347552&LA…
  4. «Mobilisons-nous pour faire évoluer les normes sanitaires en Belgique», supplément gratuit à «La Lettre» (MAP) et à «La Lettre Paysanne» (Fugéa), distribué entre autre lors du salon Valériane 2012.
  5. Tableau disponible en ligne sur le site www.fugea.be

Espace membre

Leden