Europese Unie: op weg naar een « post-democratische autocratie »?

CHRONIQUES DE LOBBYCRATIE, JUIN 2013

Illustré par :

Deze titel kan provocerend lijken. De filosoof Jürgen Habermas, een historisch voorstander van het Europese integratieproject(1), slaakt echter een alarmkreet. Wat is er aan de hand?

Zoals gevreesd, heeft de Europese Commissie België vorige maand aangevallen in het kader van het Europees Semester, een proces dat voortvloeit uit de versterking van het « economisch bestuur » op EU-niveau. Op het menu: 3 miljard besparingen tegen 2014, de afschaffing van de indexering van de lonen aan de inflatie en vervroegde uittreding. De Belgische regering heeft dan wel dezelfde indexering voor 2013 en 2014 bevroren, maar de Commissie heeft er een principekwestie van gemaakt en kon alleen een boete opleggen vanwege een maas in de wet (de afwezigheid van een regering in België tijdens de periode in kwestie), die volgend jaar december afloopt.

In theorie zou de Commissie dezelfde criteria moeten toepassen op alle landen. Maar het politieke karakter van deze eisen is opvallend in vergelijking met de behandeling van het met een vergelijkbare schuldenlast kampende maar meer meegaande Nederland, Frankrijk, dat ook werd gevraagd zijn pensioenstelsel te hervormen en de arbeidskosten te verlagen maar twee jaar respijt kreeg, of Duitsland. De reactie van de laatste twee landen is verhelderend: François Hollande heeft gezegd dat de Commissie Frankrijk niet mag « voorschrijven » hoe het zijn tekorten moet verminderen, terwijl Angela Merkel niet alleen de aanbevelingen van de Commissie heeft genegeerd, maar onlangs ook heeft uitgelegd dat het niet noodzakelijk een goed idee was om de Commissie nieuwe bevoegdheden te geven. De oproepen die Frankrijk en Duitsland de laatste weken hebben gedaan om de « politieke unie » nieuw leven in te blazen, zijn leerrijk: de twee zwaargewichten van de Europese Unie, die beginnen in te zien dat het democratisch tekort van de EU een bedreiging vormt voor zowel de traditionele partijen bij de volgende verkiezingen in 2014 als voor de toekomst van het Europese project zelf, dringen aan op een versterking van de coördinatie van het economisch beleid op het niveau van de staten (oprichting van een permanente voorzitter van de Eurogroep) en op een controlerecht voor het Europees Parlement. De eisen van de Commissie aan België moeten daarom ook worden gezien als een politieke test: de Commissie probeert haar macht te consolideren door de hand te leggen op een staat die binnen haar bereik ligt.

Wat er op het spel staat is zeer ernstig, want het niveau van de lonen weerspiegelt meer dan een eeuw politieke strijd. Door te oordelen, zoals de Commissie doet, grotendeels aangemoedigd door het bedrijfsleven, dat de arbeidskosten een aanpassingsfactor als alle andere moeten zijn op het altaar van het concurrentievermogen, ontkent men deze politieke dimensie en laat men zo’n centrale kwestie in handen van niet-gekozen bureaucraten. Een dergelijk scenario is niet denkbeeldig: dit is precies wat er is gebeurd met de landen die aan de bevelen van de Trojka zijn onderworpen.

Het laatste idee van de Commissie (blijkbaar op voorstel van Angela Merkel) is om(2)) is dit model te veralgemenen door met elke staat « convergentie- en concurrentie-instrumenten » te ondertekenen, contracten waarbij de staten zich ertoe verbinden « structurele » hervormingen door te voeren in ruil voor financiële faciliteiten, met boetes in geval van niet-naleving. Het idee is altijd hetzelfde: door de vakbonden te verzwakken, de lonen te verlagen, de openbare diensten te privatiseren en alle beschikbare energiebronnen, waaronder schaliegas, te gebruiken, kan de particuliere sector zijn winstmarges vergroten en hoopt men dat de export weer zal stijgen, en daarmee de heilig verklaarde groei van het BBP. Deze doelstellingen zijn precies die van de Europese Rondetafel van industriëlen, een lobby op hoog niveau (waarin de 40 CEO’s van de grootste Europese ondernemingen verenigd zijn…) die de gelegenheid had om ze in detail toe te lichten tijdens een werkdiner met Barroso, Merkel en Hollande afgelopen maart(3). De « Blockupy »-demonstranten die begin juni in Frankfurt de Europese Centrale Bank en de Deutsche Bank blokkeerden, hebben zich niet vergist: in naam van een begrotingscrisis die grotendeels door de banken is veroorzaakt, is het bezuinigingsbeleid er in wezen op gericht te voldoen aan de kortetermijneisen van de financiële markten en de werkgevers, in plaats van te proberen een samenhangende en duurzame uitweg uit de crisis te vinden.

De kwestie van de overheidstekorten is uiteraard een punt van zorg, maar waarom alleen aandacht voor bezuinigingen? De kwestie van belastingontduiking en belastingparadijzen is de afgelopen maanden weer op de voorgrond getreden met het Cahuzac-schandaal in Frankrijk, de ontdekking door de Amerikaanse regering van het ongelooflijke « belastingoptimalisatienetwerk(4) opgezet door Apple, maar vooral de « Offshore leaks »-bom, een gegevensbank die de essentiële rol van belastingparadijzen in de explosie van de ongelijkheid aan het licht brengt, aangezien zij de rijksten in staat stellen belasting te ontduiken. De hiermee gemoeide bedragen zijn per definitie moeilijk te schatten: de schattingen lopen uiteen van 6.000 tot 32.000 miljard dollar! Dit laatste bedrag vertegenwoordigt bijna een derde van het mondiale BBP. Belangrijke westerse regeringen maken zich steeds meer zorgen over deze kwestie, met als meest actieve op dit gebied tot nu toe… de VS. Wat denkt de Europese Commissie?

Deze laatste, die zoals altijd een gebrek aan interne deskundigheid heeft, is bezig met de oprichting van een werkgroep over dit onderwerp. Het probleem is dat een aantal EU-landen zelf belastingparadijzen zijn (te beginnen met de Britse Overzeese Gebiedsdelen en de City of London, Luxemburg, Oostenrijk, Cyprus, Malta, terwijl België en Nederland bepaalde kenmerken hebben wat betreft de belasting van kapitaal en vermogenswinsten), zodat het onderwerp gevoelig ligt. De samenstelling van deze deskundigengroep is een belangrijke aanwijzing voor de ideeën van de Commissie: de vorige groepen bestonden voor het overgrote deel uit professionals op de financiële markten, vertegenwoordigers van multinationals en belastingdeskundigen voor wie belastingadvies een belangrijke bron van inkomsten is (te beginnen met de Amerikaanse « big four »: Deloitte, KPMG, Ernst&Young en PricewaterhouseCoopers)(5). Zijn de dingen veranderd onder de druk van de gebeurtenissen? Oordeelt u zelf: naast vijf NGO’s zijn er vijf vertegenwoordigers van werkgevers (Business Europe, Amerikaanse Kamer van Koophandel, Internationale Kamer van Koophandel, BDI — Duitse werkgevers — en Medef — Franse werkgevers), vier vertegenwoordigers van beroepsverenigingen van belastingadviseurs en een Zweedse hoogleraar belastingrecht. De wolven om raad vragen over schaapskooi sloten is een soort verwennerij die België goed kan gebruiken.

Martin Duif

Notes et références
  1. La constitution de l’Europe, J.Habermas, Gallimard, 2013
  2. Merkel and the dreams of corporate leaders, Corporate Europe Observatory, 31 mai 2013
  3. Ibid.
  4. La seule différence entre l’évasion fiscale et l’optimisation fiscale est l’illégalité de la première. Mais il  n’est pas nécessaire de frauder pour échapper à l’impôt…
  5. Tackling tax evasion: will the Commission listen to anyone but industry?, Corporate Europe Observatory, 7 mai 2013

Espace membre

Leden