De nachtmerrie van het permanente themapark

Illustré par :

EEN MODERN EN SPROOKJESACHTIG VERHAAL

Het was een kleine stad, een oude gemeente verdeeld in 19 kleine eenheden, die op een dag een zelfstandige regio werd. Het was de hoofdstad van een klein land, een ingewikkeld bastaardkoninkrijk dat zijn werkelijke waarde niet erkende en het dienovereenkomstig onderfinancierde. Dit nauw begrensde stadsgewest werd bevolkt door vele fiscaal onrendabele Lilliputters, die veel bijstand verbruikten en hun huizen lieten verkrotten, terwijl het dagelijks honderdduizenden arbeiders uit andere delen van het land aantrok, waar ze elke nacht terugkeerden om te slapen en hun belastingen te betalen.

Geconfronteerd met zoveel ondankbaarheid en kleinzieligheid, cultiveerden de verkozenen van deze stad uiteindelijk een diep minderwaardigheidscomplex, dat na verloop van tijd veranderde in een geest van wraak en dromen van grootheid: overtuigd dat hun kleine grondgebied uiteindelijk over de hele wereld zou uitstralen, riepen zij het uit tot hoofdstad van een heel continent. De realiteit was wreder: als zij erin geslaagd waren de hoofdkantoren van internationale instellingen aan te trekken, betaalden deze instellingen geen belastingen, profiteerden hun werknemers van belastingvoordelen en tastten de gebouwen geleidelijk het landschap aan. De regio stond nu echter wel op de wereldkaart. Het had de beste wafels en frieten ter wereld en was een van de topsteden voor internationale congressen. Dicht bij de top, het moest alleen met de dag aantrekkelijker worden.

Generatie na generatie van verkozenen waren talrijker en gemotiveerder om de ambitie van hun regio te dienen. Sommigen, altijd in de voorhoede van creativiteit en dynamiek, waren ijveriger dan anderen. Dit was het geval voor de verkozenen van de stad-gemeente, die de bakermat van het stadsgewest was, dezelfde naam droeg en de meeste toeristen aantrok dankzij haar historische bezienswaardigheden. Zich bewust van haar troeven, gedroeg deze gemeente zich in bepaalde aangelegenheden als een kleine staat binnen een staat. In het verleden heeft het nooit geaarzeld om hele delen van naburige gemeenten te annexeren wanneer zijn economische belangen dat vereisten. Als kampioen van de moderniteit had het zich gespecialiseerd in het importeren van in het buitenland uitgevonden « city marketing »-concepten en het uitbesteden ervan aan particuliere partners. Maar zij wist ook hoe belangrijk het « typische » karakter van bepaalde wijken voor haar imago was. De harmonie tussen moderniteit en traditie was dus het voorwerp van voortdurend en nauwgezet onderzoek ten dienste van het toerisme.

Op een dag in 2012, echter, schudde dit subtiele evenwicht… De wethouder van Toerisme van die gemeente had een briljant idee. Hij had ze vaak. Ondanks zijn jonge leeftijd, was de man goed onderlegd in het mechanisme van macht. Er werd zelfs gefluisterd dat hij een soort schaduwvizier was. Hij was echter zo gericht op de toekomst en op welvaart, dat hij enigszins vergeten was hoe bekrompen de geesten en houdingen van zijn medeburgers soms waren. Zodra hij aankondigde dat de traditionele kerstboom zou worden vervangen door een 25 meter hoge elektronische installatie, viel de toorn van de publieke opinie over hem. Het heiligschennende voorwerp, de « XMAS Tree » genoemd, lokte een golf van kritiek uit. De meest gemediatiseerde kritiek kwam van christelijke zijde, waarbij sommigen vermoedden dat de operatie bedoeld was om dit symbool van Kerstmis te verwijderen « om andere geloofsovertuigingen te ontzien » — dat wil zeggen « onder druk van moslimfundamentalisten ». Een katholiek gemeenteraadslid nam het woord: « Wat gebeurt er nu? De onderdrukking van paaseieren omdat ze verwijzen naar Pasen? Een petitie « Voor de eerbiediging van onze waarden en tradities » werd door ongeveer 25.000 mensen ondertekend. De wijziging van de naam van de kerstmarkt in « Winterpret » had de gemoederen van de ondertekenaars al flink verhit. Bovendien stond dit geval niet op zichzelf: in een groot seculier buurland had het besluit van een stad om haar kerstmarkt de naam « Winterparfums » te geven, de woede gewekt van een bepaalde pers, die hierin niets minder zag dan de capitulatie van de republiek voor islamitisch obscurantisme. Wat dan nog.

Bij andere gelegenheden zou de trotse wethouder de kritiek van de hand gewezen hebben. Hij was nooit bang om geweld te gebruiken, bijvoorbeeld toen bewoners zich uitspraken tegen zijn plannen voor de bouw van een nieuw megacommercieel en bedrijvencomplex dat zij in sociaal, ecologisch en economisch opzicht gevaarlijk vonden. Maar deze keer was de kwestie veel crucialer. De reputatie van « Winter Pleasures » stond op het spel. Zelfs de toeristen zochten tevergeefs naar de vrome dennenboom, die vervangen was door een geluids- en lichtsteiger, gesponsord door een multinationale elektriciteitsmaatschappij. Om deze onverwachte storm te kalmeren, pleitte de wethouder voor « durf » en « vernieuwing » in plaats van zich te laten verontrusten door het racistische karakter van de controverse. Met de plechtige toon die deze netelige situatie vereist, legde hij in een open brief het « avant-gardistische » karakter van zijn aanpak uit: « ons onderscheiden van de andere grote hoofdsteden », « een buzz creëren », « ons imago van saaie stad doorbreken » om ons beter « te positioneren als bestemming voor een citytrip ». Zelfs de burgemeester moest er aan te pas komen en bevestigde met klem dat « niets en niemand » dit project zou veranderen, maar preciseerde om « de vrees » van zijn medeburgers weg te nemen dat dit metalen beeld « een ode aan de boom » was. Het bewijs? Hij werd gekocht van « Elzasser architecten uit het stadje Guebwiller waar de traditie van de kerstboom werd uitgevonden ».

De verkozenen beloofden dat de echte boom het volgende jaar zou terugkeren. Dus het verhaal zou daar kunnen eindigen. Maar dit was zonder rekening te houden met andere vijanden van de moderniteit, die op hun beurt hun kwade tongen loslieten. Omdat zij dachten dat zij in een slechte droom leefden in plaats van in een kerstverhaal, vroegen zij zich af of het echt nodig was 40.000 euro uit te geven voor een conifeer, zelfs een techno conifeer. Zij wezen erop dat het illegaal gebouwde « kunstwerk » vooral een gelegenheid was om nog een lucratieve attractie (het kost 4 euro om het te bezoeken) toe te voegen aan een kerstmarkt die werd voorgesteld als « magisch en sprookjesachtig » — maar waar duizenden toeristen zich verdrongen tussen industriële glühwein en souvenirwinkels die verlicht waren in de kleuren van de elektriciteitsproducerende sponsor.

Deze mopperaars waren niet alleen verbijsterde belastingbetalers: zij zagen in het glanzende, verlichte LED-bord de zoveelste lichtgevende manifestatie van het beleid van benchmarking, privatisering en invasie van de openbare ruimte door reclame. Na de ballon- en rolschaatsparades, de kelners- en meisjeswedstrijden op hoge hakken, de gesponsorde koeien en andere sculpturen van mosselen of reuzenkolen, betreurden zij het dat er nu voor elk seizoen een evenementenprogramma is, voor elk jaar een thema, voor elke winkelwijk een kleur. Zij maakten zich zorgen over het feit dat de autoriteiten steeds meer hotels, kantoren, torens, stadions, winkelcentra en internationale evenementen wilden om steeds meer toeristen, zakenlieden en rijke inwoners aan te trekken. Ze haatten de transformatie van hun stad in een permanent themapark, van haar lanen in zeegratis wandelpaden, van haar brouwerijen in musea, van haar populaire cafés in trendy bars, van haar straten in kunstmatige skipistes, van haar industriële gracht in een eldorado voor designer lofts, van haar kades in junkstranden,…

Het is niet bekend of deze ketters levend op de brandstapel werden verbrand of dat zij uit deze nachtmerrie ontwaakten. In ieder geval, de rest van het verhaal moet nog geschreven worden, gelukkig…

Gwenaël Breës

Espace membre

Leden