Angsten en vragen over het « niet-onderhandelbare » dragen van maskers 8 uur per dag op de middelbare school

Bij het begin van het schooljaar 2020 zullen leerlingen en leraren van middelbare scholen in de klas 8 uur per dag een masker moeten dragen, hoewel er geen wetenschappelijke, sociale of politieke consensus over deze maatregel bestaat. Moeten de pedagogische, sociale, psychologische en democratische implicaties van deze situatie niet het voorwerp zijn van een breed burgerdebat? Kairos geeft hier de legitieme twijfels en zorgen van ouders weer. 

Sociologen en psychologen bevestigen het: het masker zal onze interacties en onze manieren van sociabiliteit veranderen. Gezichtsuitdrukkingen stellen ons in staat ons gedrag aan te passen aan onze inschatting van de emotionele toestand van de ander: van dit regulerende systeem wordt gezegd dat het conflicten vermindert en de sociale cohesie vergroot(1). Een regulatiesysteem dat niet aangeboren is, maar ook aangeleerd wordt in de openbare ruimte, met name op school tijdens de adolescentie. Het masker maakt ons onzichtbaar, ononderscheidbaar, ongedefinieerd, het depersonaliseert ons. Zowel op straat als op het speelplein maakt het ons geïsoleerde, eenzame atomen, in beslag genomen door onze individuele luchtbel. Het houdt ons gevangen, snijdt ons af van anderen, verhindert ons nieuwe kennissen te maken: hoe kunnen we meeleven met iemand wiens gezicht of emotionele reacties we niet kunnen zien, terwijl we ook een sociale afstand moeten respecteren, en bovendien wetende dat het masker juist bedoeld is om angst aan te jagen door ons te herinneren aan de aanwezigheid van het virus? 

Tot wanneer?

Het maskeren van het gezicht in de adolescentie brengt een extra uitdaging met zich mee: het is denkbaar dat sommige jongeren het een opluchting vinden om hun verlegenheid, hun acne, hun beugel te verbergen… Maar het is een vicieuze cirkel die in gang gezet kan worden! In combinatie met het verlies van nabijheid, lichamelijk contact en aanraking — fundamenteel voor de psychologische opbouw van jongeren en het behoud van een emotioneel evenwicht in het geval van de minder jongeren — isoleert het masker en vergroot het de eenzaamheid. Sommigen zullen zeggen tijdelijk. Maar voor hoe lang? « Vele maanden », zeggen sommige van onze deskundigen, of zelfs twee jaar, volgens de huidige prognoses van de WHO. Maar wie kan de tijdelijke aard ervan garanderen, nu het verschijnsel in Azië goed ingeburgerd schijnt te zijn en vele stemmen ons trachten te overtuigen van het meer « redelijke » en « ethische » karakter van deze nieuwe norm? 

Hoe lang deze episode ook duurt, zij zal van invloed zijn op de voorstelling van de wereld en de emoties van de jongeren in het opbouwproces. En dat is geen goed nieuws, want in minder dan zes maanden tijd zijn de psychische problemen in ons land en elders al toegenomen, en depressies onder jongeren — en de niet-zo-jongeren — zouden binnenkort wel eens een aardverschuiving kunnen worden(2).

Gemaskeerde pedagogie

Wat is voorts de onderwijssituatie met betrekking tot de verplichting tot het dragen van maskers in de klas? Het gemaskerd volgen van de lessen houdt in dat de leerling minder goed begrijpt wat hij hoort, dat hij de lippen van de leraar niet kan lezen om zijn begrip te verbeteren, dat hij zijn emoties niet via zijn gezichtsuitdrukkingen kan meedelen, dat hij informatie over de emoties van de leraar en de medeleerlingen verliest, en dat hij een belangrijk deel van de non-verbale communicatie van zijn moeilijkheden of belangstelling verliest. Voor de leraar betekent het dragen van een masker het verlies van de versterking van zijn boodschap door middel van gezichtsuitdrukkingen, het verdwijnen van de visuele waarneming van begripsproblemen en van de belangstelling van de leerlingen voor hun gezicht, de onmogelijkheid om een glimlach uit te wisselen, een grotere moeilijkheid om sympathie te creëren, een affectieve band en dus een geruststellende omgeving die bevorderlijk is voor de opbouw van het leerproces(3)Tenslotte, de verplichting om steeds luid te spreken met het gevaar dat men zijn stem te veel gebruikt (een veel voorkomende pathologie in de onderwijswereld). Moet van acteurs worden verwacht dat zij proberen betekenis en emotie over te brengen terwijl zij gemaskerd zijn? Zouden we naar zulke films gaan kijken? Onze journalisten en presentatoren (die niet aarzelen om de tegenstanders van het verplicht dragen van maskers voor te stellen als complottheoretici, Trump-aanhangers, extreem-rechtse of radicaal-linkse aanhangers, anti-vaccinisten, anti-5G, enzovoort) zijn niet bang om stelling te nemen.(4)), stellen dat het « veel te angstwekkend » zou zijn om de kijkers een gemaskerd gezicht aan te bieden: « Gemaskerde presentatoren zouden inderdaad een beeld uitzenden dat gespeend is van elke menselijkheid ». En geen gemaskerde leraren? 

Hoe kunnen onze politici zo ongevoelig zijn voor de realiteit op school? De meesten van hen (zowel deskundigen als politici) zetten hun masker af wanneer zij in het openbaar spreken! Het is waar dat « professionele » adviezen zijn gegeven door cursusleiders: « Docenten zullen moeten vertrouwen op beweging en stem (…) dit is een echte uitdaging!(5) « . Behalve dat een theoreticus geen beoefenaar is. En de vereiste aanpassing een « uitdaging » noemen (een in onze cultuur zeer gewaardeerde term, volgens welke alleen lui en onbekwamen niet in staat zijn een uitdaging aan te gaan) door pseudo-oplossingen te geven, heeft een belangrijk pervers effect: mensen buiten de onderwijswereld kunnen denken dat het alleen een kwestie is van wil en bekwaamheid van de leraren, die toch al grotendeels het slachtoffer zijn van een negatieve perceptie bij een deel van de bevolking.

Het argument van de Vlaamse minister van Onderwijs, Ben Weyts (N‑VA, tussen haakjes), is dat rekening moet worden gehouden met de angst van sommige leraren, ouders en kinderen. Het is dus een emotie gedeeld door een bepaald percentage van de bevolking (een emotie die in bepaalde omstandigheden legitiem en nuttig is, maar die, dat moet worden erkend, ook gedeeltelijk het resultaat is van communicatiestrategieën en beleidsmaatregelen die al maandenlang disharmonisch en angstwekkend zijn) die een maatregel dicteert die gevolgen zal hebben voor het leven, de psychische opbouw, de sociale integratie, het leren en de visie op de wereld van tienduizenden adolescenten. En dit tegen het advies in van de task force die belast is met de beoordeling van het pediatrische risico en die op 12 augustus heeft gepleit voor « het rationele gebruik van het mondmasker voor oudere kinderen (+12 jaar), zoals algemeen aanbevolen (b.v. wanneer men zich niet in de luchtbel van zijn klas of jaar bevindt, zoals bij aankomst op school of wanneer men zich door de gangen beweegt) ». Volgens de WHO moeten kinderen van 12 jaar en ouder « vooral een masker dragen wanneer een veilige afstand van één meter niet kan worden gegarandeerd ».

Het zou niet onmogelijk zijn deze afstand te bewaren. Wij zouden deze crisis kunnen aangrijpen om het schoolsysteem te hervormen, zoals pedagogen bepleiten: klassen opsplitsen, het werk in kleine groepen organiseren, de leerlingen uitrusten met schoolmateriaal om de mogelijkheid om thuis te werken te verbeteren, overgaan op de omgekeerde klas en actieve pedagogie, en vooruitgang boeken op het gebied van het schoolritme. Neen : het masker wordt opgelegd als enige maatregel, een duidelijk teken dat de politici en de FWB niet werkeloos toezien, zonder te hameren op het uitzonderlijke karakter van deze maatregel, zonder de psychologische en pedagogische gevolgen ervan te onderstrepen en voor te bereiden, alsof we getuige zouden zijn van een quasi-normaal begin van het schooljaar. Kennen wij eigenlijk wel het percentage ouders dat er voorstander van is dat hun tieners voor onbepaalde tijd leven in een wereld waar de angst voor de ander, de angst voor contact, de angst voor de dood overal om hen heen, op de honderden maskers van hun leraren en medeleerlingen, 8 uur per dag (behalve in de pauzes, zo wordt ons gerustgesteld!), maandenlang, zelfs jarenlang, fysieke vormen zal aannemen? Deze opmerking geldt ook voor volwassenen, die misschien nog minder weerbaar zijn en wier ongerustheid, deels verergerd door de media en het politieke beheer van de epidemie, onvermijdelijk ook jongeren treft. Weten wij nu eindelijk welk percentage van de leerkrachten in het middelbaar onderwijs bereid is om gemaskerd les te geven (een verduidelijking die hen moet verheugen: zij kunnen het masker afzetten « wanneer zij niet hardop lesgeven »!)

Is er nagedacht over de politieke implicaties van een symbool dat dreigt te worden ervaren als een extra onrechtmatige beperking in een schoolomgeving die door veel jongeren (en leraren) reeds wordt gezien als een plaats van enorme beperkingen, conditionering en sociale verdeeldheid in plaats van zelfontplooiing, emancipatie, opbouw en zelfverwerkelijking? Is er nagedacht over het risico van verergering van opstandigheid, schoolfobieën en schooluitval bij bepaalde jongeren? Dit zijn kwaden die wij momenteel zeer slecht bestrijden (de auteur van dit artikel heeft twee jaar gewerkt aan een project ter bestrijding van vroegtijdige schoolverlating in het middelbaar onderwijs en kan daarvan getuigen), bij gebrek aan passende middelen om dit te doen. Het masker kan deze situaties nog verergeren, evenals de gevoelens (en daden) van tieners van rebellie tegen de maatschappij (wat kan worden gezien als een geruststellend teken van geestelijke gezondheid).

Door het dragen van maskers in de klas verplicht te stellen, brengt de school de leerlingen dus psychologisch in gevaar en waarborgt zij geen pedagogische voorwaarden die aan haar opdrachten zijn aangepast. Aangezien het masker de voorwaarden voor communicatie, en dus voor de overdracht van kennis en leren, verandert, kan niet worden gegarandeerd dat alle leerlingen in die omstandigheden hun onderwijsdoelstellingen kunnen bereiken: hoe kunnen zij, als zij niet kunnen liplezen, de leraar Engels begrijpen, hun eerste stappen in het Nederlands zetten, Frans als vreemde taal aan nieuwkomers onderwijzen, enz.

Eis van transparantie

Als onderwijs- of gezondheidswerkers of als ouders die gedwongen zijn hun tieners met maskers naar school te sturen, hebben wij geen andere keuze dan ons tot de verschillende onderwijsautoriteiten te wenden en te eisen dat zij de referenties van de studies publiceren die aantonen dat het opleggen van maskers gedurende 8 uur per dag op school noodzakelijk is voor de gezondheid, en dat voortaan ook andere studies worden verricht over deze essentiële kwestie. Indien dergelijke studies nog niet bestaan, moet het besluit over het verplicht dragen van maskers in de klas op democratische wijze worden genomen, waarbij de argumenten van andere actoren (antropologen, sociologen, pedagogen, politicologen, communicatiespecialisten, juristen, filosofen, artsen, logopedisten, vertegenwoordigers van burgers, leerlingen, ouders en leerkrachten) in aanmerking moeten worden genomen, rekening houdend met de vele aspecten die op het spel staan — waaronder uiteraard epidemiologische factoren, risicopersonen en angstgevoelens, maar niet uitsluitend — op rationele en evenredige wijze.

Dat de referenties van de studies waarin de mogelijke voordelen en de bijkomende psychosociale schade van het maandenlang acht uur per dag dragen van een masker bij adolescenten (en de bevolking in het algemeen) worden afgewogen, onverwijld openbaar worden gemaakt, en dat andere studies over dit fundamentele vraagstuk worden uitgevoerd. Als deze studies nog niet bestaan, geldt dezelfde opmerking als hierboven: de voorwaarden moeten worden geschapen voor een echt debat onder de burgers over het aanvaardbare risiconiveau. Het zou ook een goede zaak zijn als er onafhankelijke wetenschappelijke studies werden verricht naar de gevolgen voor de luchtwegen van het inademen van stofdeeltjes, kleurstoffen en chemicaliën in maskerstoffen gedurende 8 à 10 uur per dag, zoals er ook al studies worden verricht naar de milieuschade die wordt veroorzaakt door de proliferatie van wegwerpmaskers, en dat de resultaten van deze verschillende studies in de toekomst bij het debat worden betrokken. 

Vanuit democratisch oogpunt zouden al deze gegevens openbaar moeten worden gemaakt, zodat ouders en leerkrachten een standpunt kunnen vormen. In de tweede plaats moet het, gezien het belang van wat er op het spel staat, mogelijk zijn de besluiten betreffende de risico-evaluatie en de strategieën ter bestrijding en vermindering ervan te politiseren, anders zal deze maatregel door een deel van de bevolking als een even zware als zinloze bijkomende willekeurige dwang worden ervaren, en het deel van de bevolking dat bang is voor het virus zal het wellicht niet meer voldoende vinden zodra de eerste cluster op scholen opduikt.

De eis van een burger 

De tekortkomingen bij de opstelling en publicatie van deze wetenschappelijke gegevens en de retoriek van bepaalde deskundigen, politici en media om de tegenstanders van deze maatregel in diskrediet te brengen en een echt burgerdebat over deze kwestie te vermijden, stellen ouders, leerlingen en leerkrachten in staat deze maatregelen voor de rechter aan te vechten en de fouten van de deskundigen (wier deskundigheid niet het hele risicogebied bestrijkt) aan de kaak te stellen, Dit geldt niet alleen voor virussen), die wetenschappelijke adviezen verwarren met politieke voorschriften, en de politici die verzuimen de adviezen van deze wetenschappers te relativeren en er de voorkeur aan geven « op te sluiten, te compartimenteren », « mensen een schuldgevoel aan te praten en te bestraffen » in plaats van te proberen een maatschappelijke consensus over het aanvaardbare risiconiveau tot stand te brengen(6). Deze situatie plaatst leraren, ouders en leerlingen, zelfs minderjarigen, in een positie om op vreedzame maar vastberaden wijze leer- en leefomstandigheden af te wijzen die een evenwichtige ontwikkeling van leerlingen in de weg staan. In Jena, Duitsland, hebben ouders van schoolkinderen een rechtszaak gewonnen om de verplichting om in de klas een masker te dragen af te schaffen.

Geestelijk verzorgers zouden kunnen antwoorden dat jongeren zich kunnen aanpassen, dat zij een zeker vermogen tot veerkracht hebben. Het is waar dat de mens zich kan aanpassen aan vele onaangename, en zelfs verschrikkelijke situaties. Maar wat zullen de psychologische, relationele, sociologische, politieke en antropologische kosten zijn? We weten het niet, maar we kunnen er wel over nadenken. Lijken deze kosten, bij de huidige stand van de reflectie, niet te hoog voor een maatregel die op dit moment onvoldoende gerechtvaardigd is? En als jongeren zich kunnen aanpassen (maar niet zonder gevolgen), waarom zouden zij zich dan aanpassen aan een maatregel waarover niet echt diepgaand is nagedacht en waarover verre van een consensus bestaat? Aan welke ongerechtvaardigde maatregelen die tegen hun belangen ingaan, zullen zij zich dan moeten aanpassen? Het is duidelijk dat er een heleboel situaties zijn waaraan men zich kan aanpassen, maar zijn die allemaal wenselijk of zelfs aanvaardbaar voor de zaak?

Een standpunt innemen tegen het masker in de klas maakt ons niet « super-defiant » met anti-sociaal gedrag. Dit soort depreciatoire categorieën zijn bedoeld om bezwaren tegen wat een gevestigde of conventionele wijsheid is, in diskrediet te brengen door ze van meet af aan als samenzweringstheorieën te bestempelen. Onze benadering is er echter een van vragen stellen, van verdieping, van vragen stellen, van zoeken naar een gemeenschappelijk goed dat werkelijk gemeenschappelijk is, d.w.z. dat iedereen aangaat, en in het bijzonder de jongeren. Om degenen die twijfelen gerust te stellen, de auteurs van dit artikel geloven niet in reptielachtigen of in de illuminati, zij trekken het bestaan van Covid-19 niet in twijfel, evenmin als het nut van het masker in bepaalde omstandigheden (opnieuw te bepalen door de politiek, op basis van een maatschappelijke consensus, verlicht door met name wetenschappelijke argumenten), zij vragen zich af of de weg die door bepaalde deskundigen en politici in vele landen wordt uitgestippeld, en die sommige mensen zonder vragen te stellen volgen, overeenstemt met de manier van samenleven, met de samenleving die wij voor onze kinderen wensen. De kwestie van het dragen van maskers op school is voor ons als ouders en voor mij als onderwijsdeskundige de laatste druppel in een veel breder geheel van maatregelen waarvan de legitimiteit, ook al is die slechts juridisch, onduidelijk is en die, afgezien van hun politieke en sociologische gevolgen, schade toebrengen aan de geestelijke gezondheid van de gehele bevolking en waarover wij een debat met de burger niet langer uit de weg kunnen gaan(7).

Valérie Tilman, burger en ouder. Dank aan allen die aan de tekst en het betoog hebben bijgedragen.

Espace membre

Leden