Kairos n°28

De verslagen van Oxfam over ongelijkheid(1) nemen het natuurlijke karakter van de seizoenen aan en volgen elkaar, net als de seizoenen, jaar na jaar op. Net zoals wij er telkens wanneer de winter en de koude terugkomen, aan herinnerd worden dat er in onze zogenaamd ontwikkelde samenlevingen nog steeds mensen op straat slapen, dat de armen nog steeds bestaan. Sterfgevallen door onderkoeling zullen dus weer de voorpagina’s halen, net als de voorbereidingen voor het begin van het schooljaar of de eerste sneeuwval…

Uit deze vergelijking kan men geen verband afleiden. In deze herhaling is er echter een constante: niet de rijksten, de rijke uitbuiters, zijn de schuldigen, maar de armen: de klaplopers die zich niet hebben kunnen inpassen in onze klassenmaatschappij waar — in België — « 10%van de rijkste mensen bezitten de helft van de rijkdom van alle Belgen waar  » 8 mensen in de wereld meer dan de helft bezitten « … Zichzelf inbrengen . ..  » Zelfs op de rand van de dood en onderkoeling, zullen wij hen nog doen zweten van hoop, van onze hoop, de armen. We helpen hen niet om te voorkomen dat ze sterven, nee, maar omdat er, half dood, bevroren, vergankelijk als ze zijn, misschien nog een microchip van een kans is om van hen eerlijke en productieve burgers te maken. « .(2) Altijd de armen, die er niet in zouden slagen te integreren in onze democratische samenlevingen, die van Luxleaks en Panama papers, van Publifin en Kazakhgate, van fictieve belangen en belastingparadijzen, van humanitaire oorlogen en jacht op werklozen… deze armen die, eenmaal « opgenomen », misschien de ladder zullen beklimmen om… rijk te worden, en het spel van uitsluiting zullen spelen!

Altijd hen. En de « eerlijken », Albert Frère of Davignon, Lagardère of Arnault, Gates of Zuckerberg, zij die « door hun verstand zijn geslaagd », zouden zich nergens zorgen over hoeven te maken. Terwijl zij een enorm deel van de geproduceerde rijkdom oppotten, waardoor hun rijkdom elk jaar toeneemt en de ongelijkheden groter worden, blijkt uit de regelmaat van de verslagen van de NGO’s dat de technieken om de herverdelingsmechanismen te omzeilen, steeds doeltreffender worden. Maar ook, dat de Staten op geen enkele wijze handelen om de grote fortuinen uit te roeien en in eerste instantie de ellende te verzachten om die op middellange termijn te doen verdwijnen. België bijvoorbeeld, dat geen belasting heft op vermogen of beursmeerwaarden, heeft sinds de crisis van 2008 niet echt een beslissing genomen om een eerlijke verdeling te verzekeren (commentatoren voegen altijd een ‘plus’ toe vóór eerlijk of egalitair — ‘eerlijker’, ‘egalitairder’ alsof ze toegeven dat echte gelijkheid onmogelijk is, maar vooral ongewenst).

En de vakbonden, die de overwinning opeisen omdat zij een ontwerp van interprofessioneel akkoord hebben verkregen waarvan zij hopen dat het « de koopkracht van de werknemers en de uitkeringsgerechtigden zal verbeteren, wat goed is voor onze economie »(3). Hebben zij nog niet begrepen dat de koopkracht misschien het probleem was, en dat zij door de overwaardering van de arbeid en de verlichting daarvan door consumptie — de koopkracht — een verwoestend kapitalisme dienden, de « acht » dienden? De echte winnaars, de multinationals, de grote bazen en de rijksten, weten dit: « Het is gebeurd! We hebben zopas een interprofessioneel akkoord gesloten met de vakbonden, een loonakkoord voor 2017–2018 », jubelt de gedelegeerd bestuurder van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO), in zijn nota « Marge om te ondernemen… en te consumeren », waar hij aan toevoegt: « De lonen zullen minder snel stijgen dan in de buurlanden, wat betekent dat het concurrentievermogen van onze bedrijven zal verbeteren: meer banen, meer koopkracht », enz. enz, « En dit alles zal leiden tot sociale vrede.(4) Concurrentievermogen is solidariteit, onfatsoen is fatsoen.

Het schandalige is echter dat zij ons nog steeds willen doen geloven dat concurrentievermogen banen schept, dat zij ons nog steeds spreken over « koopkracht », terwijl zij de kwestie van belastingverduistering, waardoor het collectief van zijn bestaansmiddelen wordt beroofd, uit de weg gaan. Ze sporen ons aan tot consumptie, auto’s, vliegtuigen, junk food, overbodige voorwerpen gemaakt door slaven in Afrika en Azië die, door hun uitbuiting, onze goedkope koopkracht verzekeren… Schandalen zijn geen epifenomenen van het kapitalisme, het zijn geen ongelukken die zullen verdwijnen met wat meer « controles », « hervormingen », interprofessionele akkoorden waarbij de winnaar altijd dezelfde is, en waarbij alle valse voorzorgsmaatregelen alleen maar tot doel hebben het huidige schandaal te doen vergeten, terwijl het volgende al in voorbereiding is.

Het schandaal is daar, in het hart van het systeem. Permanent.

Alexandre Penasse

Notes et références

Espace membre

Leden