De race naar de bodem: allemaal verliezers!

Sinds de jaren zestig en de gezamenlijke explosie van produktivisme en consumentisme is de prijs het verkoopargument geworden dat de doorslag geeft. Koop slim, krijg een goede deal, profiteer van onze lage prijzen, betaal niet te veel: dit zijn allemaal slogans en slagzinnen die zich veel moeite getroosten om essentiële criteria zoals levensduur, service na verkoop en repareerbaarheid te verbergen, en opzettelijk de productie- en transportomstandigheden en de impact op onze sociale omgeving negeren. 

De zorg om een goed beheer van het inkomen is uiteraard niet ongerechtvaardigd en evenmin vatbaar voor kritiek. De beroemde fabel van de sprinkhaan en de mier wordt al heel lang aan jonge kinderen geleerd als een aansporing om vooruit te denken. Maar in de loop der jaren, onder druk van de steeds opdringeriger wordende reclame, is de wijsheid van La Fontaine gebagatelliseerd en gedegradeerd naar de plank van moralistische antiquiteiten. De uitbreiding van gemakkelijk krediet en de ontwikkeling van grootschalige distributie konden niet worden ondergebracht in een dergelijke achterlijke mentaliteit. De consument moest door een steeds indringender spervuur van reclame worden geconditioneerd om te geloven dat alles toegankelijk was door een zorgvuldige en oordeelkundige keuze: « Betaal niet te veel, wij kunnen u tevreden stellen tegen een lagere prijs! Dit is de brandstof van het consumentisme, de perfecte aanvulling op het industrieel produktivisme zonder hetwelk het niet kan functioneren. 

de Gevolgen van OndEFeCt consumptIe 

In plaats van een bedachtzame burger die zich bewust is van de gevolgen van zijn keuzes, wordt de mens gedegradeerd tot een egoïstische consument, die voortdurend wordt gepusht om minder te betalen om meer te kopen. De gevolgen van de consumptiedrang, in een context van veralgemeende vrijhandel tegen een achtergrond van lage transportkosten, zijn tot op zekere hoogte onzichtbaar voor de westerse consument: de arbeidsomstandigheden in de Chinese fabrieken, de Afrikaanse mijnen en vuilnisbelten, de pakhuizen in Bangladesh en de milieurampen worden slechts af en toe aan het licht gebracht naar aanleiding van een of ander schokkend rapport of een ernstig ongeluk… dat dan weer snel vergeten wordt. 

Maar andere gevolgen, gelukkig minder dramatisch maar nog steeds pervers, zijn duidelijk zichtbaar in onze omgeving: 

- bijna totale verdwijning van buurtwinkels in dorpen en wijken; 

- de toenemende aanwezigheid op de markt van producten van slechte kwaliteit en die niet kunnen worden gerepareerd; 

- destructurering van de sociale structuur, door het verdwijnen van kleine ondernemingen en ambachtslieden, die met name moeten voldoen aan gezondheids- of technische normen die voor de industrie zijn ontworpen, of die zich niet kunnen aanpassen aan de prijzen die door de grootschalige distributie worden gevraagd; 

- onverbiddelijke stijging van endemische werkloosheid. 

Wie van ons heeft niet moeten afzien van de reparatie van een defect artikel of apparaat? De aanschaf van een nieuw product is vaak goedkoper dan de kosten van reparatie. 

Reparatie vereist echte vaardigheid en know-how, terwijl de productie in een of ander lageloonland plaatsvindt aan assemblagelijnen waar arbeiders repetitieve taken uitvoeren voor een hongerloon en onder slavenachtige omstandigheden. 

In feite betekent de race naar de bodem meestal dat de kosten elders of door anderen, of zelfs door onszelf, worden betaald zonder dat wij het weten. 

De informatie- en communicatietechnologieën die ons rond de eeuwwisseling van de 21ste eeuw hebben overspoeld, hebben aan deze wedloop een nieuwe dimensie toegevoegd. 

Met de explosieve groei van de on-line verkoop (e‑commerce) is de consument voor zijn beeldscherm niet alleen niet meer op de hoogte van de productie- en transportvoorwaarden van zijn aankoop, maar ook niet van de marketing ervan en de weg die deze aankoop aflegt om tegen een aantrekkelijke prijs in zijn bezit te komen. 

s Werelds grootste online-verkoper, Amazon, is onlangs het onderwerp geweest van een verhelderend veldonderzoek door journalist Jean-Baptiste Malet(1). Jean-Baptiste Malet, die in de aanloop naar Kerstmis 2012 undercover ging als uitzendkracht in het logistiek magazijn van Montélimar, beschrijft de « brave new world » die hij twee maanden lang meemaakte, een wereld van pesterijen, aanklachten, vernederingen en duidelijke schendingen van de arbeidswetgeving, een onmenselijke wereld waarin de pseudo-moderniteit ons terugvoert naar de ergste praktijken uit de 19e eeuw. 

Onlineverkoop is natuurlijk modern en trendy; het drukt de prijzen en schept banen in logistieke magazijnen. Volgens het Syndicat de la librairie française leveren de zelfstandige boekhandels twee keer zoveel banen op als de grote cultuurwinkels, drie keer zoveel als de grootschalige distributie en, volgens cijfers van de Fédération du e‑commerce et de la vente à distance, achttien keer zoveel als de sector van de onlineverkoop.(2).

Zo wordt een nieuw, overgeëxploiteerd proletariaat gecreëerd ten koste van het gekwalificeerde beroep van boekverkoper en het bestaan van de boekhandel als plaats van gezelligheid, ontdekking en ontmoeting. 

Het wordt steeds duidelijker dat we allemaal aan het kortste eind trekken in deze race naar de bodem. Vooral als wij na een serieuze analyse vaststellen dat de zogenaamde laagste prijzen dat niet zijn. 

Een onderzoek uitgevoerd in Frankrijk, in de stad Toulon, door de journalist Daniel Bernard(3) heeft onlangs aangetoond dat voor vele voedingsmiddelen de prijzen in hypermarkten bij nader inzien vaak hoger liggen dan die in kleine gespecialiseerde winkels en vooral op markten. Als je de moeite neemt om de producten te vergelijken, brengt het duidelijke verschil in kwaliteit de hypermarkt in diskrediet. 

Dit kan een op zichzelf staand onderzoek zijn, maar ik ben ervan overtuigd dat het een indicatie is van een vaak voorkomende situatie. 

Het probleem is dat de meesten van ons, onbewust geïnfantiliseerd door reclame en politieke medeplichtigheid, nog steeds overtuigd zijn van het tegendeel. 

Zij betaalt dus « onbewust » de verborgen kosten van de laagste prijs(4).

Paul Lannoye

Notes et références
  1. Jean-Baptiste Malet: En Amazonie. Infiltré dans le « meilleur des mondes », éd. Fayard, 2013. 
  2. Id.
  3. Daniel Bernard: Marchés et petits commerces contre hypermarchés dans Marianne n° 851 du 10 au 16 août 2013. 
  4. Vincent Le Coq et Anne-Sophie Poiroux: le «toujours moins cher»: à quel prix? éditions Yves Michel 

Espace membre

Leden